ECLI:NL:RBSGR:2010:BN9638
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Herziening van Europees betalingsbevel en rechtsmacht in civiele procedure
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 30 september 2010 uitspraak gedaan in een verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel. Het betalingsbevel was op 5 maart 2010 aan de verweerder, Hermes Lines SA, betekend per post met een ontvangstbevestiging. De rechtbank overweegt dat de betekening op de juiste wijze heeft plaatsgevonden, aangezien de verweerder het poststuk heeft ontvangen en het bijbehorende modelformulier in de Griekse taal was bijgevoegd. De rechtbank stelt vast dat de verweerder niet tijdig gebruik heeft gemaakt van de mogelijkheid om het betalingsbevel te weigeren, aangezien de stukken pas op 1 september 2010 retour zijn gezonden.
De rechtbank wijst erop dat, volgens artikel 5 van de Uitvoeringswet verordening Europese betalingsbevelprocedure, de betekening aan een verweerder zonder bekende woonplaats in Nederland moet plaatsvinden volgens de regels van de EG-betekeningsverordening. De rechtbank heeft de beschikking over de ondertekende ontvangstbevestiging van de verweerder, die niet ontkent het betalingsbevel te hebben ontvangen. De rechtbank concludeert dat het betalingsbevel op de juiste wijze is betekend en dat de verweerder niet meer in de gelegenheid is om verweer te voeren tegen het betalingsbevel.
Daarnaast wordt opgemerkt dat de verweerder subsidiair een beroep doet op onbevoegdheid van de rechtbank, maar dit verweer kan niet in het kader van een verzoek tot heroverweging worden gevoerd. De rechtbank benadrukt dat dit soort verweer in een gewone procedure naar voren moet worden gebracht. De rechtbank komt tot de conclusie dat het verzoek tot heroverweging moet worden geweigerd en dat het Europees betalingsbevel van kracht blijft.