ECLI:NL:RBSGR:2010:BN9631
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering verzoek tot heroverweging Europees betalingsbevel
Op 24 september 2010 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek tot heroverweging van een Europees betalingsbevel. Het verzoek was ingediend door verweerster, vertegenwoordigd door mr. J.J.M. Goltstein, die aanvoerde dat zij pas door de betekening van de uitvoerbaarverklaring op 25 mei 2010 op de hoogte was gesteld van het Europees betalingsbevel. Verweerster stelde dat de vordering verjaard was volgens het Duitse recht, specifiek onder verwijzing naar de verjaringstermijn van drie jaar zoals vastgelegd in het BGB. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat het verweer van verjaring niet kan worden gevoerd in het kader van een verzoek tot heroverweging, maar dat dit verweer in de gewone procedure naar voren had moeten worden gebracht. De rechtbank merkte op dat verweerster tijdig had moeten aangeven dat zij verweer wilde voeren, waarna de zaak naar de gewone procedure zou zijn verwezen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er een exploot van betekening was van het Europees betalingsbevel, dat op 10 februari 2010 op de juiste wijze was achtergelaten op het adres van verweerster. De rechtbank oordeelde dat de omstandigheid dat verweerster het exploot niet had herkend en geen kennis had genomen van de inhoud, niet kon leiden tot de nietigheid van het betalingsbevel. De rechtbank concludeerde dat het verzoek tot heroverweging van verweerster moest worden geweigerd, waardoor het Europees betalingsbevel van kracht bleef.
De beslissing werd genomen door mr. M.E. Groeneveld-Stubbe en werd uitgesproken ter openbare terechtzitting, in aanwezigheid van de griffier.