ECLI:NL:RBSGR:2010:BN8695
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring van vreemdeling uit Somaliland met voorgenomen uitzetting naar Mogadishu
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 27 september 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling uit Somaliland, die in het uitzetcentrum Schiphol verblijft. De vreemdeling, vertegenwoordigd door zijn advocaat mr. A.J.P. Lemmen, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de minister van Justitie om hem in bewaring te stellen op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank oordeelde dat de uitzetting van de vreemdeling naar Mogadishu, Somalië, niet onrechtmatig was, ondanks de zorgen over de veiligheidssituatie in het land en de onzekere termijn van de uitzetting. De rechtbank benadrukte dat de voorlopige voorziening die op 23 augustus 2010 was toegewezen, slechts een tijdelijke opschorting van de uitzetting betekende en dat er voldoende zicht op uitzetting naar Mogadishu bestond. De rechtbank verwierp de stelling van de vreemdeling dat er geen zicht op uitzetting was en verklaarde het beroep ongegrond. Tevens werd het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak werd gedaan door mr. N.A. Vlietstra, rechter, bijgestaan door griffier B. de Vogel. Tegen deze uitspraak staat geen hoger beroep open.