ECLI:NL:RBSGR:2010:BN6260

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
26 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09-607573-10
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Raadkamer
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheid bij opheffing schorsing voorlopige hechtenis na beschikking hof

In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 26 augustus 2010 een beslissing genomen over de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis van een verdachte, die eerder door het hof was bevolen. De verdachte, geboren in 1991 en thans gedetineerd in de P.I. Haaglanden te Zoetermeer, was in hoger beroep gegaan tegen de gevangenhouding die door de rechtbank was bevolen. Het hof had op 11 mei 2010 de voorlopige hechtenis geschorst onder bepaalde voorwaarden, waaronder dat de verdachte zich zou houden aan aanwijzingen van de Stichting Reclassering.

Echter, het Openbaar Ministerie (OM) heeft op 26 augustus 2010 een vordering ingediend tot opheffing van deze schorsing, omdat de verdachte zich niet aan de voorwaarden had gehouden. De rechtbank heeft de vordering van het OM in behandeling genomen en de verdachte en zijn raadsman, evenals de officier van justitie, gehoord in de raadkamer. De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier, waarin onder andere een bevel tot gevangenhouding van 18 februari 2010 en de beschikking van het hof van 11 mei 2010 zijn opgenomen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat de verdachte zich niet aan de voorwaarden heeft gehouden, zoals blijkt uit een rapport van de Reclassering Nederland van 19 augustus 2010. De rechtbank heeft zich beroepen op artikel 86 van het Wetboek van Strafvordering en heeft geoordeeld dat zij bevoegd is om de vordering tot opheffing van de schorsing te behandelen. Uiteindelijk heeft de rechtbank besloten de opheffing van de schorsing van de voorlopige hechtenis te bevelen en de verdere tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis van de verdachte te gelasten. Deze beslissing is genomen in raadkamer, waarbij de rechtbank zich niet kon verenigen met eerdere uitspraken van het hof.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Parketnummer : 09.607573-10
De officier van justitie heeft op 26 augustus 2010 een vordering ingediend, strekkende tot opheffing van de door het gerechtshof op d.d. 11 mei 2010 bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis van:
[verdachte]
geboren te [plaats] op [datum] 1991
thans gedetineerd in de P.I. Haaglanden te Zoetermeer
In raadkamer van 26 augustus 2010 zijn gehoord de verdachte en de raadsman, alsmede de officier van justitie op de vordering.
De rechtbank heeft kennisgenomen van het strafdossier in deze zaak, waarin zich onder meer bevinden een bevel tot gevangenhouding van verdachte 18 februari 2010 en een in beroep gegeven beschikking van de Raadkamer van het Gerechtshof te 's-Gravenhage van 11 mei 2010 waarbij de voorlopige hechtenis van verdachte met ingang van dinsdag 11 mei 2010 te 15:00 uur is geschorst, zulks onder de voorwaarden als in die beschikking omschreven, waaronder de bijzondere voorwaarde dat verdachte zich zal houden aan de aanwijzingen die door de Stichting Reclassering zullen worden gegeven;
De officier van justitie vordert thans de opheffing van voormelde schorsing, zulks met verwijzing naar het bericht van de Reclassering Nederland van 19 augustus 2010 waarin is aangegeven dat verdachte zich niet aan afspraken heeft gehouden en "onvoldoende heeft meegewerkt aan de beslissing van 11 mei 2010".
De onderhavige strafzaak wordt thans in eerste aanleg vervolgd bij de rechtbank 's-Gravenhage;
De rechtbank is bekend met de uitspraak van het Gerechtshof 's-Gravenhage van 30 augustus 2001 (Nieuwsbrief Strafrecht 2001/239) doch zij zal het hof daarin niet volgen nu de rechtbank zich met die uitspraak niet kan verenigen. De rechtbank is van oordeel dat zij overeenkomstig artikel 86 van het Wetboek van Strafvordering te dezen bevoegd is van de vordering tot opheffing van de schorsing kennis te nemen en daarop te beslissen (zie ook Gerechtshof Amsterdam 13 februari 2008, LJN: BD0206, databank NJFS 2008, 78, alsmede Melai/Groenhuijsen, aantekening 4 onder artikel 82 Sv)..
De rechtbank is van oordeel dat, gelet op voormeld bericht van de Reclassering Nederland, verdachte zich niet heeft gehouden aan alle in de beschikking van 11 mei 2010 opgenomen voorwaarden en dat er grond aanwezig is de vordering van de officier van justitie toe te wijzen;
Beslissing :
De rechtbank beveelt de opheffing van de op 11 mei 2010 bevolen schorsing van de voorlopige hechtenis van voormelde verdachte en gelast de verdere tenuitvoerlegging van de voorlopige hechtenis van verdachte.
Deze beschikking is gegeven in raadkamer van deze rechtbank op 26 augustus 2010
door mrs De Boer, voorzitter,
Bosman en Van Zeijst ,rechters,
in tegenwoordigheid van Heesterman, griffier.