ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5595

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
25 augustus 2010
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
281889 / HA ZA 10-353
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Geschil over betalingsverplichtingen en tekortkomingen in ICT-diensten tussen Protocomix BV en Capital BV

In deze zaak vordert Protocomix BV betaling van openstaande facturen van Capital BV voor geleverde back-updiensten. De overeenkomst tussen partijen is tot stand gekomen op 25 november 2006, waarbij Protocomix verantwoordelijk was voor het online back-uppen van bedrijfsgegevens van Capital. Capital heeft een deel van de facturen niet betaald en beroept zich op toerekenbare tekortkomingen van Protocomix en het zonder rechtsgrond presteren van diensten. De rechtbank oordeelt dat een tekortkoming van de schuldeiser, in dit geval Protocomix, de schuldenaar, Capital, niet ontslaat van zijn betalingsverplichtingen. Het verweer van Capital dat Protocomix zonder rechtsgrond heeft gepresteerd, wordt als onvoldoende onderbouwd afgewezen. De rechtbank stelt vast dat Protocomix haar diensten heeft verricht conform de overeenkomst en dat de algemene voorwaarden van toepassing zijn. De rechtbank wijst de vordering van Protocomix toe en veroordeelt Capital tot betaling van een bedrag van EUR 12.885,10, vermeerderd met wettelijke rente. Tevens wordt Capital veroordeeld in de proceskosten.

Uitspraak

vonnis
RECHTBANK ARNHEM, nevenzittingsplaats UTRECHT
Sector handels- en familierecht
zaaknummer / rolnummer: 281889 / HA ZA 10-353
Vonnis van 25 augustus 2010
in de zaak van
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
PROTOCOMIX BV,
gevestigd te Rotterdam,
eiseres,
advocaat mr. W. van Dijk te Arnhem,
tegen
de besloten vennootschap met beperkte aansprakelijkheid
[gedaagde] CAPITAL BV,
gevestigd te Arnhem,
gedaagde,
advocaat mr. S.J.B. Drijber te Apeldoorn.
Partijen zullen hierna Protocomix en [gedaagde] genoemd worden.
1. De procedure
1.1. Het verloop van de procedure blijkt uit:
- het tussenvonnis van 17 maart 2010;
- het proces-verbaal van comparitie van 16 juni 2010;
- de akte van [gedaagde] van 30 juni 2010;
- de antwoordakte van Protocomix van 14 juli 2010 met één productie.
1.2. Ten slotte is vonnis bepaald.
2. Feiten
2.1. In het kader van haar bedrijfsvoering gebruikt [gedaagde] computerprogrammatuur van Exact. De software maakt gebruik van een database. Met deze programmatuur wordt lokaal (dat wil zeggen binnen de eigen IT-infrastructuur van [gedaagde]) een back-up van de database gemaakt.
2.2. Op 25 november 2006 is tussen Protocomix en [gedaagde] een overeenkomst tot stand gekomen voor het online back-uppen van bedrijfsgegevens van [gedaagde] (hierna: Overeenkomst). Voor de opslag van de gemaakte back-ups maakt Protocomix gebruik van de diensten van derden. De maandelijks door [gedaagde] verschuldigde kosten voor de diensten van Protocomix zijn afhankelijk van de hoeveelheid data die is geback-upt. In de door beide partijen ondertekende “Aanvraag on-line backup” is onder meer vermeld:
“* Prijs met Gb per maand € 1,75 indien totaal opgeslagen data < 50Gb.
Prijs per Gb per maand € 1,60 bij meer dan 50Gb totaal opgeslagen.”
Verder vermeldt de Overeenkomst:
“Op al onze aanbiedingen en overeenkomsten zijn de algemene voorwaarden van FENIT (de branchevereniging van Nederlandse ICT-bedrijven, inmiddels ICT~Office geheten; toevoeging rechtbank) (…) van toepassing. Een exemplaar zenden wij u desgewenst kosteloos toe.”
2.3. Voor de door haar verrichte diensten heeft Protocomix diverse facturen aan [gedaagde] gestuurd. Van de in 2008 en 2009 verzonden facturen heeft [gedaagde] in eerste instantie een bedrag van EUR 14.479,53 (inclusief BTW) onbetaald gelaten. Op 25 september 2009 heeft [gedaagde] een bedrag van EUR 2.500,- betaald, hetgeen volgens haar een redelijk bedrag is voor de geleverde diensten.
2.4. In zijn mail van 10 maart 2009 aan [A] (directeur van Protocomix) schrijft [B] (directeur van [gedaagde]) onder meer:
“De zaak is volkomen uit de hand gelopen. Ik heb al eerder bezwaar gemaakt over hoe de back up geregeld is want volgens mij is eea volkomen verkeerd ingericht. Ik wilde alleen een beveiligde back up voor de administraties van mijn boekhouding die zoals ik ook had aangegeven ook op de server plaatsvindt. Alleen deze en dan nog alleen de wijzigingen diende te worden gebackupt. U zou de back up ook actief beheren en u diende mij op de hoogte te stellen van deze uit de hand gelopen kosten door (verdere tekst ontbreekt; toevoeging rechtbank)
In het begin ging het ook al fout en ik heb u daar ook over aangesproken. (…) Ik maak hierbij bezwaar tegen de vernoemde facturen. Beste lijkt om de dienst per onmiddellijke ingang te staken.”
2.5. In haar brief van 13 april 2009 (met als titel Finaal aanbod) aan [gedaagde] schrijft Protocomix onder meer:
“Ik begrijp dat uw dataopslag ge-explodeerd is in het afgelopen jaar. Ik erken ook dat het product zakelijk gezien nooit bedoeld is voor dit opslag-volumes. Het product is met name gericht om een groot-zakelijke back-up oplossing in het bereik van klein zakelijke klanten te brengen. Uw data volume overschrijdt dit doel ruimschoots.
Daarom wil ik u tegemoet komen met dit finale en laatste aanbod.
U betaalt voor 30 april 2009 een bedrag van € 7.239,75 (€ 6.083,84 excl. BTW) zijnde 50% van het totaal openstaande bedrag. Bij ontvangst van dit bedrag voor 30 april 2009 zal ik U crediteren voor de rest van het openstaande bedrag en bent U gekweten van alle verplichtingen.
Dit aanbod is uitdrukkelijk geldig tot 30 april 2009! Na deze datum zal ik mij beraden om andere middelen aan te wenden om het totaal openstaande bedrag te innen. (…)”
2.6. In een ongedateerde brief aan Graydon Nederland BV schrijft [gedaagde] onder meer:
“Sinds de installatie van de software van Protocomix hebben wij bezwaar gemaakt tegen de wijze van installatie van de door Protocomix geleverde software en de als gevolg hiervan absurd hoge facturen die door Protocomix zijn verzonden.
Onze bezwaren wil ik hierbij opsommen:
• Protocomix zou zorg dragen voor de installatie en heeft daarbij nagelaten de juiste bestanden te selecteren waarvan de back-ups gemaakt dienden te worden.
• Na de installatie hebben wij hier direct melding van gemaakt en verzocht dit probleem op te lossen, maar er is door Protocomix nooit actie op ondernomen.
• Protocomix heeft nagelaten ons op de risico’s te wijzen.
• Er zijn geen limieten voor back-up data ingesteld.
• Er zijn geen algemene voorwaarden verstrekt. (…)
Met andere woorden Protocomix is uitermate nalatig geweest bij de installatie van de door haar geleverde software. Zij is eveneens nalatig geweest bij het geven van verdere instructies over het gebruik van de software. (…) Bij herhaling hebben wij Protocomix hierop gewezen en hebben wij verzocht ons hierbij te helpen. Dit echter eveneens zonder enig resultaat.
(…)”
2.7. Medio 2009 is de Overeenkomst geëindigd.
2.8. Bij brief van 17 september 2009 sommeert de raadsman van Protocomix [gedaagde] binnen vijf dagen een bedrag van € 16.894,10 te betalen en stelt hij [gedaagde] in gebreke voor het geval (tijdige) betaling uitblijft. In deze brief schrijft hij verder dat het voorstel in de brief van 13 april 2009 van Protocomix (zie r.o. ?2.5) “louter coulancehalve” is gedaan ter afwikkeling van de kwestie en dat Protocomix nog steeds aanspraak maakt op betaling.
3. Het geschil
3.1. Protocomix vordert – samengevat – veroordeling van [gedaagde] tot betaling van EUR 14.434,10, vermeerderd met handelsrente over een bedrag van EUR 14.479,53 vanaf 29 september 2009 tot aan de dag van algehele voldoening, en kosten alsmede wettelijke rente over de kosten als [gedaagde] niet binnen 14 dagen na de betekening van het vonnis betaalt.
De rechtbank gaat ervan uit dat de hoofdelijke veroordeling die Protocomix vordert, berust op een vergissing, omdat sprake is van slechts één gedaagde.
3.2. Protocomix legt aan haar vordering ten grondslag dat zij op grond van de Overeenkomst diensten ten behoeve van [gedaagde] heeft verricht voor welke diensten zij haar heeft gefactureerd. Deze facturen heeft [gedaagde] ten onrechte onbetaald gelaten. Haar vordering is als volgt opgebouwd:
- hoofdsom EUR 14.479,53
- wettelijke rente 905,57
- BIK 1.549,00
Totaal EUR 16.934,10
Op dit totaalbedrag wordt EUR 2.500,- in mindering gebracht, zijnde het bedrag dat [gedaagde] op 25 september 2009 heeft betaald (zie r.o. ?2.3).
3.3. [gedaagde] voert verweer en concludeert tot afwijzing van de vordering met veroordeling van Protocomix in de kosten van het geding. Enerzijds legt [gedaagde] aan haar verweer ten grondslag dat Protocomix andere werkzaamheden heeft verricht dan overeengekomen, althans teveel heeft gedaan, namelijk meer back-ups maken dan waarom is gevraagd. Kennelijk bedoelt zij hiermee te zeggen dat Protocomix zonder rechtsgrond heeft gepresteerd. [gedaagde] is niet gehouden voor deze werkzaamheden te betalen.
3.4. Anderzijds stelt [gedaagde] dat Protocomix toerekenbaar tekort is geschoten door haar niet in kennis te stellen van de werkwijze en haar niet te instrueren bij het gebruik van de software, terwijl [gedaagde] een kleine onderneming is die geen technische kennis in huis heeft. Indien en voor zover deze werkwijze in de algemene voorwaarden van Protocomix is beschreven, stelt [gedaagde] dat deze voorwaarden niet van toepassing zijn verklaard en evenmin aan haar ter hand zijn gesteld.
Daar komt bij dat de door Protocomix ter beschikking gestelde programmatuur te complex en omvangrijk is voor een klein bedrijf als dat van [gedaagde]. Uit de brief van 13 april 2009 blijkt volgens [gedaagde] ook dat Protocomix erkent dat zij computerprogrammatuur ter beschikking heeft gesteld die ongeschikt is voor [gedaagde]’ bedrijfsvoering.
3.5. Ter onderbouwing van haar verweer dat Protocomix zonder rechtsgrond heeft gepresteerd, stelt [gedaagde] dat het haar bedoeling was dat de door Protocomix ter beschikking gestelde programmatuur remote (op beveiligde servers van derden) een back-up zou maken van de back-up van de database die lokaal door de Exactsoftware is gemaakt, in die zin dat alleen een back-up zou worden gemaakt van de wijzigingen in de lokale back-up. Tijdens de comparitie heeft [gedaagde] toegelicht dat zij deze bedoeling voorafgaand aan de totstandkoming van de Overeenkomst aan Protocomix heeft meegedeeld, waarop Protocomix reageerde met de mededeling dat de hoeveelheid geback-upte data ongeveer 20 Gb per maand zou zijn tegen een maandelijks bedrag van ongeveer EUR 50,-.
3.6. De eerste facturen waren volgens [gedaagde] echter aanzienlijk hoger waren dan zij had verwacht. Uit contact met Protocomix bleek dat de programmatuur tot 30 dagen terug van iedere dag een back-up maakte, terwijl slechts overeengekomen was dat de programmatuur alleen een back-up van de wijzigingen zou maken, aldus [gedaagde]. Desondanks heeft [gedaagde] zich bij deze gang van zaken neergelegd, omdat Protocomix meedeelde dat in eerste instantie een gehele back-up wordt gemaakt (met bijkomende kosten) en in het vervolg alleen een back-up van de wijzigingen.
Nadien bleek, aldus nog steeds [gedaagde], evenwel dat een back-up werd gemaakt van de gehele server en zelfs van bestanden in de prullenbak. Het maken van back-ups van zoveel bestanden heeft geleid tot meer data en hogere maandelijkse kosten dan was overeengekomen.
3.7. In reactie op het verweer dat zij zonder rechtsgrond heeft gepresteerd, stelt Protocomix zich op het standpunt dat partijen geen afspraken hebben gemaakt over de prijs en over welke gegevens geback-upt zouden worden. Protocomix heeft de programmatuur bij de installatie zo ingesteld dat deze een back-up maakte van alle bestanden, omdat de meeste klanten dat zo willen. Volgens Protocomix doet zij niet aan bestandsselectie; het is aan de gebruiker om in de software aan te geven van welke bestanden een back-up gemaakt moet worden. Protocomix weet ook niet wat de locatie is van de lokale back-up van de Exactdatabase. Toen [gedaagde] zich beklaagde over de eerste facturen, heeft Protocomix haar geïnformeerd over de mogelijkheid in de computerprogrammatuur bestanden te selecteren. Zij heeft [gedaagde] ook aangeboden haar hierbij te helpen, aldus Protocomix. De facturen zijn vervolgens door [gedaagde] betaald.
3.8. Tijdens de comparitie heeft Protocomix onder meer toegelicht dat de standaardretentietijd 30 dagen is, hetgeen wil zeggen dat tot 30 dagen terug een (dagelijkse) back-up wordt gemaakt. Bij verwijderde bestanden is de retentietijd 60 dagen. Deze werkwijze is weergegeven in haar folder en haar algemene voorwaarden die volgens haar aan [gedaagde] ter hand zijn gesteld. In deze algemene voorwaarden is onder meer vermeld:
“Opslag en retentie
Definities:
Actief bestand: De laatste versie van een bestand dat op de opslagmedia voorkomt.
Inactief bestand: Een eerdere versie van een actief bestand op het backup medium.
Gewijzigd bestand: Een bestand dat op de computer gewijzigd is ten opzichte van de meest recente versie op het backup medium.
(…)
Behouden bestand: Een bestand op het backup medium waarvan geen versie meer bestaat op de computer. Het bestand is op de computer verwijderd.
(…)
Uitgesloten bestand: Een bestand dat door expliciete configuratie is uitgesloten van opslag op het backup medium.
Gedurende de backup worden alle bestanden op de computer vergeleken met de actieve versie op het backup medium. Een bestand wordt opgeslagen op het medium indien:
* Het bestand dat niet uitgesloten is.
(…)
* De grootte van het bestand gewijzigd is ten opzichte van het actieve bestand op het medium.
Indien het backup medium een actieve versie van het op te slaan bestand bevat zal deze in zijn geheel inactief gemarkeerd worden. De huidige versie van het bestand zal worden opgeslagen op het medium en als actief worden gemarkeerd. Inactieve bestanden worden gedurende 30 dagen bewaard op het opslag medium. Van een bestand dat dagelijks gewijzigd wordt zullen dus maximaal 30 volledige kopieën aanwezig zijn op het opslagmedium. De inactieve bestanden tellen mee bij de bepaling van de gebruikte opslagcapaciteit.
De laatste twee versies van behouden bestanden worden gedurende 60 dagen bewaard op het opslagmedium. (…)
Contractant verklaart dat hij zich bewust is van het feit dat bij de eerste backup alle bestanden via de Internetverbinding verzonden zullen worden. (…) Latere back-ups zullen veel minder verkeer opleveren zoals hierboven omschreven.”
3.9. Ook betwist Protocomix aan dat zij toerekenbaar tekort is geschoten. Verder is zij niet in verzuim vanwege het ontbreken van een ingebrekestelling, aldus Protocomix. Ter zitting heeft Protocomix toegelicht dat zij met haar brief van 13 april 2009 (zie r.o. ?2.5) heeft bedoeld te zeggen dat wellicht andere producten financieel geschikter zijn voor het maken van back-ups van de datavolumes van [gedaagde].
Tot slot stelt Protocomix dat [gedaagde] te laat heeft geklaagd, zodat laatstgenoemde op grond van artikel 6:89 BW geen beroep kan doen op de gevolgen van een mogelijke tekortkoming. In dit licht wijst Protocomix erop dat [gedaagde] tot juli 2008 alle facturen heeft betaald.
3.10. Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.
4. De beoordeling
Toerekenbare tekortkoming
4.1. Volgens [gedaagde] is Protocomix toerekenbaar tekort geschoten in de nakoming van haar contractuele verplichtingen, zodat zij niet gehouden is de facturen van Protocomix te betalen. De tekortkoming is gelegen in het niet geven van een gebruiksinstructie en het ter beschikking stellen van ongeschikte computerprogrammatuur (zie r.o. ?3.4).
4.2. Een tekortkoming van een schuldeiser ontslaat de schuldenaar niet van zijn betalingsverplichtingen. Dit is anders als de schuldenaar de overeenkomst heeft ontbonden als bedoeld in artikel 6:265 BW, omdat partijen in dat geval van hun verbintenissen zijn bevrijd. Hoewel partijen twisten over de vraag wie van hen de Overeenkomst heeft beëindigd, staat vast dat van ontbinding in de zin van voornoemd artikel geen sprake is. De enkele door [gedaagde] gestelde ondeugdelijkheid van de verrichte diensten door Protocomix vormt – indien al juist – dus op zichzelf genomen geen grond om [gedaagde] van haar betalingsverplichting te bevrijden. Het op dit punt door [gedaagde] gevoerde verweer kan niet slagen.
Verder is gesteld noch gebleken dat [gedaagde] haar betalingsverplichtingen heeft opgeschort, zodat zij daarin evenmin grond kan vinden voor het achterhouden van de betaling van de facturen.
Zonder rechtsgrond gepresteerd
4.3. Volgens [gedaagde] heeft Protocomix zonder rechtsgrond gepresteerd. Zij stelt daartoe dat Protocomix alleen een remote back-up zou maken van de wijzigingen in de lokale back-up van de database (zie r.o. ?3.3). De rechtbank oordeelt als volgt.
4.4. Uit het feit dat [gedaagde] ermee heeft ingestemd dat in eerste instantie een back-up is gemaakt van de gehele lokale back-up (zie r.o. ?3.6), leidt de rechtbank af dat [gedaagde]’ verweer dat Protocomix zonder rechtsgrond heeft gepresteerd, slechts betrekking heeft op de periode na het maken van deze eerste volledige back-up. Dit is ook in overeenstemming met het feit dat een back-up van gewijzigde bestanden alleen zinvol is als eerst een volledige back-up, dat wil zeggen een back-up van alle bestanden, is gemaakt.
4.5. De rechtbank stelt vast dat de werkwijze van Protocomix in haar algemene voorwaarden wordt uitgelegd. Hierin is vermeld dat geen back-up wordt gemaakt van een “uitgesloten bestand”, dat wil zeggen “een bestand dat door expliciete configuratie is uitgesloten van opslag op het backup medium” (zie r.o. ?3.8). Dit betekent dat in de door Protocomix ter beschikking gestelde computerprogrammatuur moet worden aangegeven van welke bestanden geen back-up gemaakt moet worden. Volgens Protocomix is het aan de gebruiker bestanden te selecteren (zie r.o. ?3.7). Weliswaar stelt [gedaagde] dat deze algemene voorwaarden niet van toepassing zijn (zie r.o. ?3.4), maar dit verweer wordt gepasseerd. Uit het document “Aanvraag on-line backup” blijkt immers dat de algemene voorwaarden deel uitmaken van het aanbod van Protocomix (zie r.o. ?2.2). Dit document is door [gedaagde] ondertekend, hetgeen meebrengt dat dit aanbod (met inbegrip van de algemene voorwaarden) ingevolge artikel 6:217 lid 1 BW door [gedaagde] is aanvaard.
4.6. Met haar stelling dat deze algemene voorwaarden niet aan haar ter hand zijn gesteld, doet [gedaagde] kennelijk een beroep op de vernietigbaarheid ervan. Dit beroep wordt eveneens gepasseerd.
Ter gelegenheid van de comparitie heeft Protocomix betoogd dat de Overeenkomst samen met haar algemene voorwaarden per mail aan [gedaagde] zijn verstrekt. [gedaagde] heeft erkend dat zij de offerte van Protocomix per mail heeft ontvangen. In haar antwoordakte van 14 juli 2010 heeft Protocomix een pdf-bestand als productie gevoegd die volgens haar is gebruikt voor de aanbieding. De rechtbank stelt vast dat de algemene voorwaarden samen met de offerte deel uitmaken van dit pdf-bestand. Aangenomen moet worden dat Protocomix haar algemene voorwaarden voorafgaand aan de totstandkoming van de Overeenkomst aan [gedaagde] ter hand heeft gesteld, zodat het beroep op vernietigbaarheid ervan niet slaagt.
4.7. Dit betekent dat partijen de werkwijze die in de algemene voorwaarden is omschreven overeen zijn gekomen, namelijk dat bestanden van het back-uppen moeten worden uitgesloten (zie r.o. ?4.5). In dit licht begrijpt de rechtbank de stelling van [gedaagde] dat zij Protocomix voorafgaand aan de totstandkoming van de Overeenkomst heeft meegedeeld dat zij alleen een back-up wilde van wijzigingen in de lokale database, aldus dat Protocomix zorg had moeten dragen voor het uitsluiten van bestanden die niet geback-upt moesten worden (zie ook r.o. ?2.6). De rechtbank gaat aan dit standpunt voorbij en overweegt daartoe als volgt.
4.8. Protocomix betwist dat afspraken zijn gemaakt over de prijs en over welke gegevens geback-upt zouden worden. Volgens haar is het aan de gebruiker de bestanden te selecteren die geback-upt moeten worden, waarbij zij verwijst naar haar algemene voorwaarden (zie r.o. ?3.7). Gelet op deze gemotiveerde betwisting door Protocomix had het op de weg van [gedaagde] gelegen haar verweer nader te onderbouwen. Dit heeft zij nagelaten. Voorts is de handelwijze van [gedaagde] naar het oordeel van de rechtbank niet in overeenstemming met haar standpunt dat Protocomix de programmatuur naar haar wensen had moeten configureren. Immers, vast staat dat [gedaagde] alle facturen tot juli 2008 heeft betaald, ook de facturen die betrekking hebben op het back-uppen van de gehele server en van bestanden in de prullenbak (zie r.o. ?3.6).
Ook hecht de rechtbank belang aan de niet door [gedaagde] betwiste stelling van Protocomix dat zij [gedaagde] heeft aangeboden behulpzaam te zijn bij het configureren van de programmatuur (zie r.o. ?3.7). Het doen van dit aanbod veronderstelt immers dat partijen niet overeen zijn gekomen dat Protocomix van meet af aan voor deze configuratie moest zorgen.
4.9. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat [gedaagde] haar verweer dat Protocomix zonder rechtsgrond heeft gepresteerd, onvoldoende nader heeft onderbouwd, zodat het zal worden verworpen. Dit oordeel brengt mee dat [gedaagde] gehouden is de openstaande facturen van Protocomix te betalen.
Rente, buitengerechtelijke kosten en proceskosten
4.10. [gedaagde] heeft op zich zelf geen verweer gevoerd tegen de door Protocomix gevorderde handelsrente, zodat deze vordering zal worden toegewezen.
4.11. Protocomix stelt een bedrag van EUR 1.549,- aan buitengerechtelijke kosten gemaakt te hebben en heeft vergoeding daarvan gevorderd. Subsidiair vordert zij vergoeding conform het Rapport Voor-werk II. De rechtbank hanteert het uitgangspunt dat dergelijke kosten alleen voor vergoeding in aanmerking komen, als zij betrekking hebben op verrichtingen die meer omvatten dan een enkele (eventueel herhaalde) aanmaning, het enkel doen van een (niet aanvaard) schikkingsvoorstel, het inwinnen van eenvoudige inlichtingen of het op gebruikelijke wijze samenstellen van het dossier. Protocomix heeft weliswaar gesteld dat de gevorderde kosten geen betrekking hebben op verrichtingen waarvoor de proceskostenveroordeling een vergoeding pleegt in te sluiten, maar uit de gegeven omschrijving van deze werkzaamheden dient het tegendeel te worden afgeleid. De vordering tot vergoeding van buitengerechtelijke (incasso)kosten zal daarom worden afgewezen.
4.12. Voornoemd oordeel brengt mee dat de betaling van EUR 2.500,- door [gedaagde] – bij gebreke van een afwijkende afspraak tussen partijen – conform het bepaalde in artikel 6:44 BW eerst in mindering wordt gebracht op de op dat moment vervallen rente en vervolgens op de hoofdsom. De hoofdsom vermeerderd met de rente bedraagt EUR 15.385,10 (EUR 14.479,53 + EUR 905,57). Na voornoemde betaling resteert een bedrag van EUR 12.885,10.
4.13. [gedaagde] zal als de in het ongelijk gestelde partij in de proceskosten worden veroordeeld. De kosten aan de zijde van Protocomix worden begroot op:
- dagvaarding EUR 72,25
- vast recht 320,00
- salaris advocaat 904,00 (2,0 punten × tarief EUR 452,00)
Totaal EUR 1.296,25
De door Protocomix gevorderde wettelijke rente over de proceskosten zal op de in het dictum te vermelden wijze worden toegewezen.
5. De beslissing
De rechtbank
5.1. veroordeelt [gedaagde] aan Protocomix te betalen een bedrag van EUR 12.885,10 (twaalfduizend achthonderd vijfentachtig euro en tien eurocent), vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119a BW over dit bedrag vanaf 29 september 2009 tot de dag van volledige betaling,
5.2. veroordeelt [gedaagde] in de proceskosten, aan de zijde van Protocomix tot op heden begroot op EUR 1.296,25, vermeerderd met de wettelijke rente als bedoeld in artikel 6:119 BW over deze proceskosten, onder de voorwaarde dat betekening van dit vonnis heeft plaatsgevonden en [gedaagde] niet binnen 14 dagen na aanschrijving aan de proceskostenveroordeling heeft voldaan,
5.3. verklaart dit vonnis tot zover uitvoerbaar bij voorraad,
5.4. wijst het meer of anders gevorderde af.
Dit vonnis is gewezen door mr. M.E. Heinemann en in het openbaar uitgesproken op 25 augustus 2010.?