ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5477
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- J.M. Janse van Mantgem
- Rechtspraak.nl
Restitutie van leges in vreemdelingenzaken en de mogelijkheid van bezwaar
In deze zaak heeft eiser op 22 juli 2009 een verzoek ingediend om restitutie van leges, welke door verweerder op 29 september 2009 werd afgewezen. Eiser maakte bezwaar tegen deze afwijzing, maar ook dit bezwaar werd ongegrond verklaard. Eiser heeft vervolgens beroep ingesteld en de zaak werd op 16 juli 2010 openbaar behandeld. De rechtbank heeft in haar uitspraak van 29 juli 2010 geoordeeld dat de legesheffing onderdeel uitmaakt van de beslissing op de aanvraag en dat deze beslissing onherroepelijk was. Eiser had geen lopende procedure meer bij de IND en kon geen rechtsmiddelen meer aanwenden tegen de beslissing van de IND. De rechtbank oordeelde dat het verzoek om restitutie van leges gelijkgesteld moet worden met een herhaalde aanvraag, en dat de leges niet als onverschuldigd betaald kunnen worden beschouwd, ook al bleek achteraf dat de aanvraag niet nodig was geweest.
De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken en het beleid van de Vreemdelingencirculaire, waaruit blijkt dat bezwaren tegen legesheffing naar voren kunnen worden gebracht in het kader van een verzoek om restitutie. Eiser had ervoor gekozen om zowel bezwaar te maken tegen het niet doen van een aanbod in het kader van de pardonregeling als een aanvraag in te dienen. De rechtbank concludeerde dat de keuze aan eiser was en dat verweerder ten onrechte had gesteld dat het verzoek om restitutie in de lopende procedure van de vergunningverlening ingediend had moeten worden. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en er waren geen gronden om een van de partijen te veroordelen in de proceskosten.