ECLI:NL:RBSGR:2010:BN5114
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Heropening en schorsing van het onderzoek ter terechtzitting in een strafzaak met meerdere verdachten en benadeelde partijen
In deze strafzaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, is op 26 augustus 2010 een tussenvonnis gewezen in de zaak tegen verdachte [Z]. De verdachte was niet aanwezig tijdens het onderzoek ter terechtzitting, waardoor de rechtbank niet kon vaststellen of de persoon die door de medeverdachten werd genoemd, daadwerkelijk de verdachte was. De rechtbank merkte op dat een proces-verbaal van het C.I.E. niet als bewijsmiddel in deze strafzaak kon dienen, wat ook expliciet in het proces-verbaal was vermeld. Om deze reden besloot de rechtbank het onderzoek te heropenen en te schorsen. De stukken werden in handen van de officier van justitie gesteld, zodat deze een recente politiefoto van de verdachte aan het dossier kon toevoegen. Tevens werd bevolen dat de verdachte in persoon zou verschijnen bij de volgende zitting, en werd de medebrenging van de verdachte gelast.
De rechtbank schorste het onderzoek voor een periode van maximaal drie maanden, omdat de agenda van de rechtbank een eerdere voortzetting niet mogelijk maakte. De rechtbank gaf aan dat het wenselijk was dat de verdachte bij de nadere behandeling van de zaak aanwezig zou zijn. De officier van justitie had eerder gevorderd dat de verdachte voor de hem ten laste gelegde feiten zou worden veroordeeld tot een gevangenisstraf van zes jaren, met aftrek van de tijd in verzekering en voorlopige hechtenis. De tenlastelegging omvatte onder andere diefstal met geweld en bedreiging, waarbij meerdere benadeelde partijen betrokken waren. De rechtbank besloot dat de kennisgeving van de zittingstijd aan de raadsman van de verdachte en de benadeelde partijen moest worden gedaan, zodat zij op de hoogte waren van de voortgang van de zaak.