1. Feiten
De kantonrechter gaat uit van de volgende feiten.
1.1 [geopposeerde] trad op 1 april 2004 als internationaal chauffeur voor bepaalde tijd in dienst van de rechtsvoorganger van HZ Transport. De arbeidsovereenkomst werd tweemaal verlengd, waarna hij op 1 april 2007 van rechtswege eindigde door het verstrijken van de overeengekomen bepaalde duur.
1.2 Het laatstverdiende bruto maandloon exclusief vakantiegeld en andere toeslagen bedroeg € 2.181,35.
1.3 HZ Transport maakt gebruik van het Greenlog boardcomputersysteem, een elektronisch registratiesysteem. Dit systeem was geïnstalleerd op de voertuigen van HZ Transport, die [geopposeerde] heeft bereden. [geopposeerde] behoorde de boardcomputer te bedienen overeenkomstig het chauffeurshandboek.
1.4 Vanaf aanvang dienstverband werd van [geopposeerde] verwacht dat hij de gemaakte uren invulde op een door werkgever aan hem verstrekte dagstaat, welke hij samen met zijn boardcomputergegevens inleverde bij zijn toenmalige werkgever. Deze betaalde conform de ingediende dagstaten het loon over de gewerkte uren uit.
1.5 Toen HZ Transport per 1 januari 2005 in handen kwam van een nieuwe directeur, de heer [A], ging diens zuster, mevrouw [B], de administratie verzorgen. De nieuwe directie voerde weekstaten in en hanteerde vaste tijden voor bepaalde handelingen die gedurende de dagelijkse werkzaamheden moesten worden verricht: laden/lossen bij klanten (60 minuten), tanken (15 minuten), auto wassen (15 minuten). HZ Transport "schoonde" de gewerkte uren: gewerkte tijd, gespendeerd aan de hierboven genoemde handelingen, die uitging boven de tijd die er voor elk van die handelingen stond, werd in mindering gebracht op het totaal gewerkte aantal uren. Bij loonspecificatie werd dan een overzicht van de betaalde uren met de correcties verstrekt.
1.6 [geopposeerde] hield voor eigen administratie ook na 1 januari 2005 nog dagstaten bij
1.7 [geopposeerde] heeft tegen het schonen van de gewerkte uren een aantal malen bij HZ Transport geprotesteerd en heeft op enig moment met mevrouw [B] om de tafel gezeten om zijn bezwaren toe te lichten. Namens HZ Transport werd aan [geopposeerde] duidelijk gemaakt dat van hem verwacht werd dat hij zich zou houden aan het hiervoor omschreven systeem.
1.8 De rechtsbijstandverzekeraar van [geopposeerde] heeft de bezwaren van [geopposeerde] tegen het normeringssysteem later nogmaals aan HZ Transport voorgehouden en ook toen heeft HZ Transport zich op het standpunt gesteld dat zij gerechtigd is op basis van ervaringsregels een normeringsregeling te hanteren en dat [geopposeerde] niet correct, conform de reclametermijn van 30 dagen, reclameerde.
1.9 De Collectieve Arbeidsovereenkomst voor het Beroepsgoederenvervoer over de weg en de verhuur van mobiele kranen (1 april 2005-1 april 2007) bepaalt voor zover hier van belang in artikel 26:
Loonberekening
1.a. De functielonen gelden voor 160 diensturen per periode van 4 weken, respectievelijk 174 diensturen per maand.
1.b. Het bepaalde onder a. laat onverlet dat uitbetaling aan de werknemer van minimaal 40 uur per week gegarandeerd is. In een week dat een wachtdag ex artikel 16 lid 2 van deze CAO wordt toegepast dient minimaal 32 uur per week te worden gegarandeerd.
2.a. Alle diensturen worden uitbetaald onder aftrek van de pauzetijden conform de staffel welke is opgenomen in bijlage IV en onder aftrek van de aaneengesloten rust, met als minimum de in de EEG-Verordening 3820/85 voorgeschreven rusttijden (zie bijlage IV).
Bij boot- en treinuren gemaakt in een periode van 24 uur mag maximaal 11 uur aan aaneengesloten rust worden genoteerd met inachtneming van de staffel van de pauzetijden conform bijlage IV.
2.b. De diensturen moeten door de werknemer worden geregistreerd op een door de werkgever te verstrekken urenverantwoordingsstaat. Een registratieplicht geldt eveneens voor de uren besteed aan rust, pauzes en de correcties.
2.c. De urenverantwoordingsstaat dient minimaal de navolgende gegevens te bevatten:
- de datum
- de diensttijd alsmede de dagtotalen daarvan
- de rusttijd
- de pauzes
- correcties
- de naam en handtekening van de chauffeur
2.d. De werknemer ontvangt na controle door de werkgever een voor akkoord getekend exemplaar van de urenverantwoordingsstaat terug.
2.e. De werknemer dient binnen drie maanden na ontvangst van de urenverantwoordingsstaat als bedoeld onder 2.d schriftelijk aan de werkgever eventuele bezwaren kenbaar te maken. Wanneer de werknemer van dat recht geen gebruik maakt, geldt de urenverantwoordingsstaat vanaf dat moment als bewijs.
2.f. De werkgever dient de ingevulde urenverantwoordingsstaat gedurende tenminste een jaar na de datum waarop de invulling betrekking had, te bewaren.
2.g. Voor de controle van de urenverantwoordingsstaten dienen de daarbij behorende tachograafschijven te worden overgelegd.
2.h. Bij het gebruik van een boardcomputer zijn werkgever en werknemer vrijgesteld van de verplichtingen zoals vermeld onder 2b t/m 2g. Na afloop van elke rit dient de werknemer de beschikking te krijgen over een ongeschoonde uitdraai van de in 2c. genoemde gegevens.
3.a. De werkgever kan de normale duur van de werkzaamheden normeren op basis van sociaal en economisch verantwoorde praktijkervaringen en de loonberekeningen daarop baseren. De werkgever dient daarvoor echter eerst de instemming van de werknemers- en werkgeversorganisaties na voorafgaand overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging te verkrijgen.
3.b. Het bepaalde onder 3.a. is onverkort van kracht ingeval in de onderneming de diensturen worden bepaald met behulp van een boardcomputer.
3.c. Indien de omstandigheden die aan een normeringsregeling ten grondslag liggen zich wijzigen, dan dient de regeling opnieuw beoordeeld en zodanig aangepast te worden.
3.d. Een normeringsregeling ontheft de werknemer niet van de invulling en indiening van de urenverantwoordingsstaat.
3.e. In alle gevallen zal de normeringsregeling schriftelijk worden vastgelegd en binnen 2 weken na dagtekening, ter registratie worden gemeld bij het secretariaat van CAO-partijen, Postbus 3008, 2700 KS Zoetermeer.
(..)
1.10 HZ Transport heeft voor het invoeren van een normeringsregeling niet de instemming van de werknemers- en werkgeversorganisaties na voorafgaand overleg met de ondernemingsraad of personeelsvertegenwoordiging verkregen.
Ook is een schriftelijke vastlegging van de normeringsregeling niet binnen 2 weken na dagtekening, ter registratie gemeld bij het secretariaat van CAO-partijen.
1.11 [geopposeerde] heeft HZ Transport bij dagvaarding van 19 augustus 2009 in rechte betrokken met een vordering tot betaling van achterstallig loon over de periode 1 februari 2005 tot 1 april 2007.
1.12 Bij verstekvonnis, uitvoerbaar bij voorraad, van 17 september 2009 van de kantonrechter te Delft is HZ Transport veroordeeld tot betaling van een bedrag van € 9.442,53 bruto aan achterstallig loon en overuren, met de wettelijke verhoging over dat bedrag en met de wettelijke rente over dat bedrag en over de wettelijke verhoging, alsmede tot betaling van de proceskosten.