ECLI:NL:RBSGR:2010:BN4051
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- C.W. de Wit
- I.M. Talstra - Touwen
- Rechtspraak.nl
Ontkenning en vaststelling van vaderschap met betrekking tot de biologische vader
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 31 mei 2010 uitspraak gedaan over de ontkenning van het vaderschap van [X] en de gerechtelijke vaststelling van het vaderschap van [Y]. De man, geboren op [geboortedatum] 1962, heeft verzocht om de ontkenning van het vaderschap van [X], die hem erkend heeft, en om vaststelling van het vaderschap van [Y], die de biologische vader blijkt te zijn. De rechtbank heeft vastgesteld dat de man niet binnen de wettelijke termijn heeft verzocht, maar heeft geoordeeld dat het handhaven van deze termijn in dit geval een ongerechtvaardigde inmenging in het family life van de betrokkenen oplevert, in strijd met artikel 8 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). De rechtbank heeft de belangen van de man en de biologische vader [Y] zwaarder laten wegen dan de rechtszekerheid die de termijnstelling beoogt. De rechtbank heeft geconcludeerd dat er geen enkel belang is gediend bij het handhaven van de termijn, aangezien [X] niet de biologische vader is en de man reeds een family life heeft opgebouwd met [Y]. De rechtbank heeft daarom de termijnoverschrijding buiten beschouwing gelaten en het verzoek van de man tot ontkenning van het vaderschap van [X] en de vaststelling van het vaderschap van [Y] toegewezen. Tevens heeft de man verklaard de geslachtsnaam [Y] te willen dragen, wat door de rechtbank is genoteerd in de beschikking.