ECLI:NL:RBSGR:2010:BN4026
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- L.E.C. van Rijckevorsel-Besier
- K.M.C. Zijlstra-van Middelkoop
- Rechtspraak.nl
Verlenging verblijfsvergunning voor studente en studievoortgangseisen
In deze zaak gaat het om de verlenging van de verblijfsvergunning van eiseres, een Indonesische studente, die een aanvraag tot verlenging indiende na afloop van de geldigheidsduur van haar verblijfsvergunning op 6 juli 2009. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres voldoende studievoortgang heeft geboekt, wat niet in geschil is. De rechtbank oordeelt dat artikel 12, tweede lid, aanhef en onder b van de Richtlijn niet van toepassing is, omdat de verblijfsvergunning niet ingetrokken kon worden en dus verlengd diende te worden. De rechtbank concludeert dat de verblijfsvergunning met een onjuiste ingangsdatum is verleend en dat het bestreden besluit niet in stand kan blijven. De rechtbank vernietigt het besluit van de verweerder en draagt deze op om de gevraagde verblijfsvergunning te verlenen met terugwerkende kracht tot 6 juli 2009.
De rechtbank overweegt verder dat de voorwaarden voor het verlenen van een verblijfsvergunning, zoals gesteld in de artikelen 6 en 7 van de Richtlijn, zijn nageleefd door eiseres. De rechtbank wijst erop dat de Richtlijn niet de mogelijkheid biedt om de geldigheidsduur van een verblijfsvergunning per ingang van een latere datum te verlengen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de beslissing op bezwaar van 18 januari 2010, en veroordeelt de verweerder in de proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 juli 2010.