ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3744
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- T. van Rij
- Rechtspraak.nl
Scholingsuitgaven en aftrekbaarheid in de inkomstenbelasting
In deze zaak, uitgesproken op 20 juli 2010 door de Rechtbank 's-Gravenhage, gaat het om de aftrekbaarheid van scholingsuitgaven in de inkomstenbelasting. Eiser, werkzaam als arts, had in zijn aangifte voor het jaar 2006 een bedrag van € 6.501 aan scholingsuitgaven opgevoerd als persoonsgebonden aftrek. De inspecteur van de Belastingdienst heeft echter slechts een bedrag van € 2.664 toegestaan, waarna eiser in beroep ging.
De rechtbank oordeelt dat de door eiser opgevoerde uitgaven voor lidmaatschappen van beroepsorganisaties, wetenschappelijke verenigingen, beroepsverzekering, operatiekamer schoenen en reis- en verblijfkosten geen direct verband houden met een leertraject en derhalve niet als scholingskosten aftrekbaar zijn. De bewijslast voor het recht op aftrek ligt bij eiser, die niet heeft aangetoond dat deze kosten in aanmerking komen voor aftrek. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken en concludeert dat de door eiser geclaimde uitgaven niet voldoen aan de criteria voor aftrekbaarheid.
De rechtbank verklaart het beroep van eiser ongegrond en ziet geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar uitgesproken en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage. De uitspraak van de inspecteur op bezwaar, gedateerd 11 december 2009, wordt bevestigd, waarbij de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2006 wordt gehandhaafd.