ECLI:NL:RBSGR:2010:BN3399
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Tijdigheid van bezwaarschrift inzake omzetbelasting na nihilaangifte
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, staat de tijdigheid van een bezwaarschrift inzake omzetbelasting centraal. Eiseres, [X] B.V., had een nihilaangifte gedaan voor de omzetbelasting over het jaar 2007 en verzocht om een teruggave van € 87.161 via een suppletieaangifte. De inspecteur van de Belastingdienst, verweerder, verklaarde het bezwaar van eiseres niet-ontvankelijk wegens overschrijding van de bezwaartermijn. De rechtbank oordeelt dat de termijn voor het indienen van een bezwaarschrift zes weken bedraagt, en deze termijn begint te lopen op de dag na de voldoening van de belasting. In dit geval was de uiterste betaaldag 31 maart 2008, waardoor de termijn voor het indienen van bezwaar eindigde op 12 mei 2008.
De rechtbank overweegt verder dat de stelling van eiseres dat de suppletieaangifte moet worden gezien als een aanvulling op de eerdere aangifte, geen juridische basis heeft. De wetgeving vereist dat een aangifte voor omzetbelasting op aangifte wordt voldaan, en een nihilaangifte is hierop geen uitzondering. Eiseres voerde ook aan dat er sprake was van verboden discriminatie op basis van vestigingsplaats, maar de rechtbank oordeelt dat de wetgever binnen zijn beoordelingsvrijheid is gebleven en dat er geen ongeoorloofde ongelijke behandeling is.
Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan op 29 juni 2010, en partijen kunnen binnen zes weken na de verzenddatum hoger beroep instellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.