ECLI:NL:RBSGR:2010:BN2060
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- R.G. de Lange-Tegelaar
- M. Miezenbeek
- Rechtspraak.nl
Verzoek tot teruggeleiding van minderjarigen in het kader van internationale kinderontvoering met crossborder mediation
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het een verzoek tot teruggeleiding van twee minderjarigen, [minderjarige C] en [minderjarige D], naar Duitsland. De Centrale Autoriteit heeft op 12 mei 2010 een verzoekschrift ingediend bij de rechtbank Utrecht, die zich op 18 mei 2010 bevoegd heeft verklaard. De zaak is vervolgens doorverwezen naar de nevenzittingsplaats 's-Gravenhage, waar op 8 juli 2010 een regiezitting heeft plaatsgevonden onder leiding van mr. R.G. de Lange-Tegelaar, tevens kinderrechter. Tijdens deze zitting hebben partijen geprobeerd om via crossborder mediation tot een minnelijke schikking te komen, wat uiteindelijk succesvol bleek. De betrokken partijen, waaronder de moeder, vertegenwoordigd door [de heer A], en de stichting Bureau Jeugdzorg Utrecht (BJZ), hebben op 30 juni 2010 een vaststellingsovereenkomst ondertekend waarin afspraken zijn gemaakt over de zorg voor de minderjarigen.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarigen op 1 augustus 2009 tijdelijk aan [de familie B] zijn toevertrouwd voor een zomervakantie. Bij beschikking van de rechtbank Utrecht op 29 augustus 2009 zijn de minderjarigen onder voorlopige voogdij van BJZ geplaatst. De moeder, die de Duitse nationaliteit heeft en gedetineerd is in Engeland, heeft het eenhoofdig gezag over beide minderjarigen. De rechtbank heeft geoordeeld dat de Nederlandse rechter bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen, nu de minderjarigen hun hoofdverblijfplaats in Nederland hebben verkregen.
De rechtbank heeft besloten om de onderlinge afspraken, zoals vastgelegd in de vaststellingsovereenkomsten, op te nemen in de beschikking, nu het belang van de minderjarigen zich daar niet tegen verzet. De beschikking is gegeven door mr. R.G. de Lange-Tegelaar, bijgestaan door mr. M. Miezenbeek, en is uitgesproken ter openbare terechtzitting op 8 juli 2010. De rechtbank heeft de beschikking uitvoerbaar bij voorraad verklaard, waarmee de afspraken tussen de betrokken partijen rechtskracht hebben gekregen.