ECLI:NL:RBSGR:2010:BM9265
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verrekening van niet ingehouden loonbelasting met voorlopige aanslag inkomstenbelasting
In deze zaak, uitgesproken op 1 juni 2010 door de Rechtbank 's-Gravenhage, staat de vraag centraal of de niet ingehouden loonbelasting door eiseres verrekend mag worden met de voorlopige aanslag inkomstenbelasting. Eiseres, werkzaam bij [E], stelt dat zij met haar werkgever een nettoloonafspraak heeft gemaakt van ongeveer € 10 per uur. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres in haar bewijslast is geslaagd. Uit de salarisspecificaties van februari en maart 2008 blijkt dat haar brutoloon € 636,73 was, wat resulteerde in een nettoloon van € 400 na inhouding van loonheffing. Dit komt neer op een netto uurloon van € 9,20, wat niet overeenkomt met de gemaakte afspraak. Eiseres ontving pas in maart 2009 achteraf opgemaakte salarisspecificaties die niet overeenkwamen met de eerdere specificaties, wat haar standpunt ondersteunt dat haar werkgever onvoldoende loonbelasting heeft afgedragen. De rechtbank oordeelt dat de niet ingehouden loonbelasting verrekend mag worden met de aanslag in de inkomstenbelasting, omdat eiseres te goeder trouw was en mocht menen dat haar werkgever aan zijn verplichtingen zou voldoen. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt de uitspraak op bezwaar en wijst de zaak terug naar verweerder voor een nieuwe uitspraak op het bezwaar van eiseres, met een termijn van zes weken voor deze nieuwe uitspraak. Tevens wordt het door eiseres betaalde griffierecht van € 41 aan haar vergoed.