ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3716
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening in het kader van wettelijke schuldsanering
Op 6 mei 2010 hebben verzoekers een verzoek ingediend voor een voorlopige voorziening op basis van artikel 287, vierde lid van de Faillissementswet. Dit verzoek was gericht tegen GGN Van Mastrigt & Partners Gerechtsdeurwaarders en Incassospecialisten, die namens de Stichting Vestia Groep de ontruiming van de woning van verzoekers op 12 mei 2010 wilden uitvoeren. Verzoekers, die een cafébedrijf genaamd V.O.F. Goldfinger hadden, waren in financiële problemen geraakt en hadden hun onderneming per 1 januari 2010 gestaakt. Ze hadden een aanzienlijke schuldenlast van € 113.949,22 concurrent en € 30.104,-- preferent, maar hadden geen boekhouding en geen belastingaangiftes gedaan sinds 2006.
De rechtbank heeft vastgesteld dat verzoekers geen enkele poging hebben ondernomen om met hun schuldeisers tot een minnelijke regeling te komen, wat een vereiste is voor toelating tot de wettelijke schuldsanering. Hoewel verzoekers een verklaring hadden ingediend waarin werd gesteld dat er geen mogelijkheden waren voor een buitengerechtelijke regeling, oordeelde de rechtbank dat deze onmogelijkheid aan verzoekers zelf te wijten was. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de belangen van de verhuurder, die recht had op ontruiming, zwaarder wogen dan die van verzoekers.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het verzoek tot het verlenen van een voorlopige voorziening afgewezen. De beslissing werd genomen door mr. D.R. van der Meer en uitgesproken op 7 mei 2010, waarbij de griffier N. Kaya aanwezig was. De rechtbank heeft aangegeven dat er separaat zal worden beslist op het verzoek tot toepassing van de schuldsaneringsregeling.