ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3351
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- A.H.Th. de Boer
- J.J.P. Bosman
- H. Dragtsma
- Rechtspraak.nl
Ontuchtige handelingen met minderjarige door grootvader
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 3 mei 2010 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die beschuldigd werd van ontuchtige handelingen met een minderjarige. De verdachte, een grootvader, heeft een nichtje van een van zijn kleinkinderen bij haar dij gepakt. Het slachtoffer was dertien jaar oud en kwam regelmatig op het terrein van de verdachte. De rechtbank heeft de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 100 uren, met een proeftijd van 2 jaar. De officier van justitie had een zwaardere straf geëist, maar de rechtbank oordeelde dat de opgelegde straf passend was, gezien de omstandigheden van de zaak.
Tijdens de zitting heeft de raadsman van de verdachte verweer gevoerd, onder andere over de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie en de bewijsuitsluiting van verklaringen van getuigen. De rechtbank heeft deze verweren verworpen en geoordeeld dat de verdachte wettig en overtuigend schuldig was aan de ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte met het slachtoffer ontuchtige handelingen heeft gepleegd, wat een ernstige inbreuk op de lichamelijke integriteit van het kind vormt.
De rechtbank heeft ook de persoonlijke omstandigheden van de verdachte in overweging genomen, evenals de impact van zijn daden op het slachtoffer en haar familie. De rechtbank heeft geconcludeerd dat de opgelegde straf in overeenstemming is met de ernst van het gepleegde feit en de omstandigheden waaronder dit is begaan. De beslissing is genomen in het belang van de rechtsorde en ter bescherming van de samenleving.