ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3139
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in vreemdelingenrechtelijke zaak met betrekking tot overdracht aan Griekse autoriteiten
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 april 2010, hebben verzoekers, van Afghaanse nationaliteit, een verzoek ingediend om een voorlopige voorziening in het kader van hun asielaanvraag. De verzoekers hebben op 29 juli 2009 aanvragen ingediend voor de verlening van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. De Minister van Justitie heeft deze aanvragen op 12 maart 2010 afgewezen, met het argument dat Griekenland verantwoordelijk is voor de behandeling van de aanvragen. Verzoekers hebben hiertegen beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening, zodat hun uitzetting naar Griekenland zou worden opgeschort totdat op hun beroep was beslist.
De voorzieningenrechter heeft overwogen dat de uitspraken op de beroepen niet voor de uiterlijke datum van overdracht aan de Griekse autoriteiten kunnen worden gedaan. De rechter heeft geoordeeld dat het belang van verzoekers om de behandeling van hun voorlopige voorzieningen in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de verweerder om hen op korte termijn over te dragen. De voorzieningenrechter heeft daarom besloten dat de verweerder zich moet onthouden van maatregelen om verzoekers uit Nederland te verwijderen tot vier weken na de verzending van de uitspraken op de beroepschriften.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter geoordeeld dat de brieven van de verweerder van 13 april 2010 niet kunnen worden aangemerkt als besluiten in de zin van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en dat de verzoeken om voorlopige voorzieningen in dat opzicht niet voor toewijzing in aanmerking komen. De rechter heeft de verweerder ook veroordeeld in de proceskosten van verzoekers tot een bedrag van € 874,00, te betalen aan verzoekers.