ECLI:NL:RBSGR:2010:BM3025
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- P.A. Koppen
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek tot opheffing van strafrechtelijk conservatoir beslag en beoordeling van vervangende zekerheidstelling
In deze zaak, behandeld door de voorzieningenrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage, hebben eisers, aangeduid als '[eiser c.s.]', een verzoek ingediend tot opheffing van een strafrechtelijk conservatoir beslag dat was gelegd op hun voertuigen, een Jaguar en een Ferrari. Dit beslag was ingesteld door het Bureau Ontnemingswetgeving van het Openbaar Ministerie (BOOM) in het kader van een ontnemingsvordering, waarbij werd vermoed dat eisers een bedrag van € 133.000,- afkomstig van een misdrijf onder zich hadden. Eisers boden een vervangende bankgarantie aan, maar BOOM weigerde deze te accepteren, wat leidde tot het indienen van een klaagschrift bij de rechtbank.
De voorzieningenrechter overwoog dat de opheffing van het beslag enkel kon plaatsvinden via de exclusieve rechtsgang van artikel 552a van het Wetboek van Strafvordering. Hoewel eisers hun vordering via de burgerlijke rechter trachtten te laten behandelen, was de beoordeling van de aangeboden zekerheid voorbehouden aan de raadkamer in strafzaken. De voorzieningenrechter concludeerde dat BOOM een ruime beoordelingsvrijheid heeft bij de beslissing over de teruggave van in beslag genomen voorwerpen onder zekerheidstelling.
De rechter oordeelde dat de door eisers aangeboden bankgarantie niet voldeed aan de eisen, omdat deze beperkende voorwaarden bevatte die niet op de wet berustten. Hierdoor was de weigering van BOOM om de bankgarantie te accepteren gerechtvaardigd. De vordering van eisers werd afgewezen, en zij werden veroordeeld in de kosten van het geding, die aan de zijde van de Staat der Nederlanden waren begroot op € 1.079,--.