ECLI:NL:RBSGR:2010:BM2760
Rechtbank 's-Gravenhage
- Kort geding
- R.J. Paris
- Rechtspraak.nl
Verbod op uitlevering naar Marokko wegens Nederlandse strafrechtsmacht
In deze zaak, behandeld door de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 april 2010, is een kort geding aan de orde waarin de eiser, vertegenwoordigd door advocaat mr. T.E. Korff, een verbod op zijn uitlevering aan Marokko heeft gevorderd. De voorzieningenrechter heeft in een eerder tussenvonnis op 7 april 2010 overwogen dat de uitlevering moet worden geweigerd indien Nederland strafrechtsmacht heeft over de feiten waarvoor uitlevering is gevraagd. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat de aan eiser verweten gedragingen, die verband houden met de (poging tot) vervoer en uitvoer van cannabis op 6 en 21 augustus 2007, mogelijk in Nederland zijn gepleegd. Dit is van belang omdat de uitlevering aan Marokko alleen kan plaatsvinden als er geen Nederlandse rechtsmacht is.
De voorzieningenrechter heeft in zijn overwegingen benadrukt dat de betrokkenheid van eiser bij de cannabistransporten niet voldoende is onderzocht door de autoriteiten. De verdediging heeft aangevoerd dat de betrokkenheid van eiser bij de transporten niet is aangetoond, maar de voorzieningenrechter oordeelt dat de verklaringen van medeverdachten en de omstandigheden wijzen op een actieve rol van eiser in Nederland. De voorzieningenrechter heeft geconcludeerd dat er voldoende aanwijzingen zijn dat de Nederlandse strafrechtsmacht van toepassing is, wat leidt tot de beslissing om de uitlevering te verbieden.
De voorzieningenrechter heeft vervolgens de gedaagde, de Staat der Nederlanden, veroordeeld in de kosten van de procedure, die zijn begroot op € 1.166,93. Dit vonnis is openbaar uitgesproken en heeft belangrijke implicaties voor de rechtsmacht van Nederland in uitleveringszaken.