ECLI:NL:RBSGR:2010:BL8632
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Toepassing van de bestuurlijke lus en gebreken in de motivering van bezwaararbeidsdeskundige
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 24 maart 2010 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure. Eiser, vertegenwoordigd door mr. A.J. Wintjes, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen. De rechtbank had eerder op 17 februari 2010 een tussenuitspraak gedaan, waarin zij verweerder de gelegenheid bood om binnen drie weken de geconstateerde motiveringsgebreken in het bestreden besluit van 14 april 2009 te herstellen. Verweerder heeft deze termijn echter ongebruikt laten verstrijken en geen verzoek tot verlenging ingediend.
De rechtbank concludeert dat het beroep gegrond is, omdat het bestreden besluit in strijd is met artikel 7:12, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). De rechtbank oordeelt dat verweerder kennelijk niet in staat is de gebreken te repareren, aangezien dezelfde gebreken ook aan het primaire besluit van 29 oktober 2008 kleven. Daarom besluit de rechtbank zelf in de zaak te voorzien door het primaire besluit te herroepen.
De rechtbank heeft verweerder ook veroordeeld in de proceskosten die eiser heeft gemaakt in zowel bezwaar als beroep. De kosten zijn vastgesteld op € 1288,--, en verweerder dient het door eiser betaalde griffierecht van € 41,-- te vergoeden. De uitspraak is openbaar gedaan en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen zes weken na verzending.