Afdeling 1, enkelvoudige kamer
TUSSENUITSPRAAK ingevolge artikel 8:80a van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) in het geding tussen
[A], wonende te [plaats], eiser, gemachtigde mr. A.J. Wintjes
de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, verweerder.
Bij besluit van 29 oktober 2008 heeft verweerder de uitkering van eiser krachtens de Wet op de arbeidsongeschiktheidsverzekering (hierna: WAO) met ingang van 30 december 2008 herzien, berekend naar een mate van een verlies aan verdiencapaciteit van 41,6%, zijnde in de arbeidsongeschiktheidsklasse van 35 tot 45%.
Bij besluit van 14 april 2009 heeft verweerder het hiertegen door eiser gemaakte bezwaar ongegrond verklaard (hierna: bestreden besluit).
Tegen dit besluit heeft eiser bij brief van 25 mei 2009 beroep ingesteld.
Verweerder heeft de op de zaak betrekking hebbende stukken overgelegd en een verweerschrift ingediend.
Het beroep is op 3 februari 2010 ter zitting behandeld. Eiser is ter zitting niet verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door C. van Nood.
Eiser ontving sinds 12 juni 2000 een arbeidsongeschiktheidsuitkering, berekend naar een mate van arbeidsongeschiktheid van 80 tot 100 %.
Blijkens het bestreden besluit zijn, naar aanleiding van het bezwaar van eiser, door de bezwaarverzekeringsarts S.M. Lustenhouwer in zijn rapportage van 13 maart 2009, in afwijking van het oordeel van de primaire verzekeringsarts U.T. Benie-Sewpersadsingh, ook beperkingen ten aanzien van de rechterschouder aangenomen voor wat betreft frequent reiken, zwaar tillen en dragen en boven schouderhoogte werken. Dienovereenkomstig heeft de bezwaarverzekeringsarts op 16 maart 2009 de funtiemogelijkhedenlijst (hierna: FML) aangepast.
In deze FML zijn onder meer beperkingen opgenomen ten aanzien van de volgende onderdelen: frequent reiken tijdens het werk en boven schouderhoogte actief zijn. In de toelichtingen bij deze beperkingen is daarbij een onderscheid aangebracht in de belastbaarheid van links en rechts. De bezwaarverzekeringsarts heeft in de FML ten aanzien van de beperkingen die voortvloeien uit het beperkte gebruik van de schouders van eiser als score de beperkingen van de minst beperkte niet dominante rechterschouder van eiser opgenomen en in de toelichting een aanvullende motivering gegeven ten aanzien van de beperkingen van de ernstigst beperkte dominante linkerschouder.
Op grond van deze aangepaste FML heeft de bezwaararbeidsdeskundige W.G.E. Buskermolen in de rapportage van 7 april 2009 en in de arbeidsmogelijkhedenlijst van 6 april 2009 alle geduide functies binnen de sbc-code 111160 (textielproductenmaker) en de functie montagemedewerker binnen de sbc-code 111180 (productiemedewerker industrie) als voor eiser geschikte functies laten vervallen. De overige geduide functies productiemedewerker binnen sbc-code 267010 (elektromonteur, 25 arbeidsplaatsen), bestucker binnen sbc-code 267050 (wikkelaar, samensteller elektronische apparatuur, 9 arbeidsplaatsen), samensteller hydraulische componenten binnen sbc-code 111180 (productiemedewerker industrie, 7 arbeidsplaatsen) en de functie productiemedewerker binnen sbc-code 111340 (sorteerder, controleur, 55 arbeidsplaatsen) zijn als voor eiser geschikte functies gehandhaafd. Daarbij is een nadere toelichting gegeven. Hierdoor is door vergelijking van de mediane loonwaarde van die functies met het maatmanloon sprake van een verlies aan verdiencapaciteit van 43,2%, zodat dezelfde arbeidsongeschiktheidsklasse van 35 tot 45% op eiser van toepassing blijft.
Eiser kan zich daarmee niet verenigen en heeft aangevoerd dat de FML onjuist is ingevuld, nu de daarin voor eiser geldende score is gebaseerd op het functioneren van de rechterschouder. Hierdoor komt het functioneren van zijn ernstigst beperkte linkerschouder, zijnde zijn dominante schouder, onvoldoende tot uitdrukking, omdat deze alleen in de toelichting wordt genoemd. De beperking aan de linkerschouder is daardoor een zogenaamde verstopte beperking, waardoor de automatische selectie van de geduide functies niet correct plaatsvindt. Bij een juiste invulling van de beperkingen in de FML, zouden de geduide functies niet als voor eiser geschikt naar voren zijn gekomen. Eiser beroept zich op een uitspraak van de Centrale Raad van Beroep (hierna: CRvB) van 23 februari 2009 (LJN: AZ9153), 12 oktober 2006 (LJN: AY9971) en van de rechtbank te Rotterdam 10 december 2007 (niet gepubliceerd, processtuk B43.5). De geduide functies overschrijden hierdoor de belastbaarheid van eiser, zodat deze niet als voor eiser geschikt zijn te beschouwen.
In artikel 3, tweede lid, van het op eiser toepasselijke schattingsbesluit WAO, Waz en Wajong is bepaald dat bij de bepaling van de mate van arbeidsongeschiktheid in aanmerking wordt genomen die algemeen geaccepteerde arbeid waarmee betrokkene per uur het meest kan verdienen. In artikel 4, eerste lid, wordt voorgeschreven dat de arbeid als in artikel 3, tweede lid, nader dient te worden omschreven in de vorm van ten minste drie verschillende in Nederland uitgeoefende functies waarmee het hoogste inkomen per uur kan worden verworven. Deze functies dienen tezamen ten minste 30 arbeidsplaatsen te vertegenwoordigen.
De bezwaarverzekeringsarts heeft in de functiemogelijkhedenlijst de minst beperkte rechterzijde van eiser in de score opgenomen en in de toelichting een nadere toelichting gegeven voor wat betreft de andere meer beperkte linkerzijde. Anders dan eiser betoogt, is dit blijkens de door eiser aangehaalde en bestendige rechtspraak van de CRvB geoorloofd. In zoverre faalt de beroepsgrond van eiser. In die rechtspraak wordt dan wel een specifieke motiveringseis gesteld, namelijk dat voldoende inzichtelijk en toetsbaar moet zijn of de uiteindelijk als grondslag voor de schatting in aanmerking genomen functies ook werkelijk geschikt zijn te achten voor eiser. Een aanvullende motivering zal dan onontbeerlijk zijn van alle zich voordoende in de toelichtingen opgenomen beperkingen, voorzien van een toereikende toelichting per belastingonderdeel waarom de betreffende functies toch als passend kunnen worden aangemerkt. De rechtbank overweegt daartoe het volgende.
In de functiebelastinggegevens van de functie samensteller hydraulische componenten (sbc-code 111180) is ten aanzien van reiken opgenomen: "Dagelijks tijdens meer dan 4 werkuren, maximaal 350 maal per uur: tijdens 8 werkuren 150 maal ongeveer 70 centimeters achtereen en tijdens 8 werkuren 200 maal ongeveer 50 centimeters achtereen (men is veel "reikend" bezig)." De FML vermeldt hierover: "licht beperkt, kan zo nodig tijdens elk uur van de werkdag ongeveer 600 keer reiken" en in de toelichting: "links 300 keer 50 tot 60 centimeter." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "In deze functie geldt een lage frequentie van 350 maal per uur. Deels gaat het om 70 centimeter, deels om 50 centimeter. Voor reikbewegingen van 70 centimeter kan de rechterarm benut worden, de totale frequentie kan dan niet te belastend zijn voor links of rechts." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op links zowel voor wat betreft de frequentie als voor wat betreft de afstand. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat kan worden afgewisseld tussen rechts en links geeft geen inzicht in de vraag of er gelet op de werkzaamheden en de voor eiser geldende dominante linkerzijde wel gewisseld kan worden tussen linker- en rechterzijde en of het reiken wel met één zijde kan geschieden. Temeer, omdat in functiebelasting gemeld wordt dat men veel reikend bezig is. De functiebeschrijving lijkt op het tegendeel te wijzen nu daarin is opgenomen: "Haalt de te gebruiken materialen als halffabricaten of als onderdeel in plastic boxen vanaf rekken...", hetgeen lijkt te duiden op tweehandig reiken. Onduidelijk is voorts over welke afstand daarbij gereikt moet worden en dus of de beperking ten aanzien van de reikafstand wordt overschreden.
Met betrekking tot de beperking boven schouderhoogte actief zijn is voor deze functie in de functiebelastinggegevens opgenomen: "Dagelijks gedurende niet meer dan ongeveer 1 uur: tijdens 8 werkuren 3 maal ongeveer 1 minuut achtereen." De FML vermeldt hierover: "beperkt, kan minder dan 5 minuten achtereen boven schouderhoogte actief zijn (gloeilamp verwisselen)" en in de toelichting: met rechts kortdurend tot 1 minuut, iets uit een kast pakken bijvoorbeeld is wel mogelijk, links niet mogelijk." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "niet meer dan kortstondig aan de orde, zelfs steeds aanzienlijk korter aaneengesloten dan in de FML toegelichte één minuut. ... gaat het bovendien steeds om een heel lage frequentie." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op links. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat omdat korter aaneengesloten dan één minuut boven schouderhoogte gewerkt moet worden en het een heel lage frequentie betreft de belastbaarheid niet wordt overschreden, ziet slechts op de belastbaarheid van de rechterschouder. In de functiebeschrijving is niet opgenomen of men met één dan wel met twee zijden boven de schouder actief moet zijn.
In de functiebelastinggegevens van de functie productiemedewerker metaalverwerkend bedrijf (sbc-code 267010) is ten aanzien van reiken opgenomen: "Dagelijks tijdens meer dan 4 werkuren, maximaal 660 maal per uur: tijdens 8 werkuren 60 maal ongeveer 70 centimeters achtereen en tijdens 8 werkuren 600 maal ongeveer 50 centimeters achtereen."
De FML vermeldt hierover: "licht beperkt, kan zo nodig tijdens elk uur van de werkdag ongeveer 600 keer reiken" en in de toelichting: "links 300 keer 50 tot 60 centimeter." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "Door een goede verdeling van de reikbewegingen over de beperkte linkerarm en de licht beperkte rechterarm vallen ook deze eisen nog binnen de belastbaarheid. Een marginaal hogere frequentie (660 keer) is gezien de omschrijving van de bezwaarverzekeringsarts van de schouderklachten rechts evenmin bezwaarlijk." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op zowel links als rechts voor wat betreft de frequentie en op links voor wat betreft de afstand. De bezwaararbeidsdeskundige heeft toegelicht dat met een goede verdeling van de reikbewegingen tussen links en rechts de voor eiser vastgestelde beperkingen niet worden overschreden. Deze toelichting geeft echter geen antwoord op de vraag die daaraan vooraf gaat, namelijk of er gelet op de werkzaamheden en de voor eiser geldende dominante linkerzijde wel gewisseld kan worden tussen linker- en rechterzijde en ook of het reiken over een langere afstand dan 50 centimeter wel met één zijde kan geschieden. Dit klemt temeer omdat in de functiebeschrijving is opgenomen: "Heeft in de buurt kasten en schappen met een voorraad onderdelen" Dit lijkt te duiden op vaste plekken van de onderdelen waarnaar gereikt moet worden, zodat onduidelijk is hoe vaak per zijde gereikt moet worden. Dit klemt te meer omdat over een afstand van 70 centimeter gereikt moet worden en eiser met zijn linkerzijde beperkt is boven aan afstand van 50 tot 60 centimeter.
Met betrekking tot de beperking boven schouderhoogte actief zijn is voor deze functie in de functiebelastinggegevens opgenomen: "Dagelijks gedurende niet meer dan ongeveer 1 uur: tijdens 8 werkuren 5 maal ongeveer 5 minuten achtereen (bijvoorbeeld bij het hoog in een kast monteren van onderdelen)." De FML vermeldt hierover: "beperkt, kan minder dan 5 minuten achtereen boven schouderhoogte actief zijn (gloeilamp verwisselen)" en in de toelichting: met rechts kortdurend tot 1 minuut, iets uit een kast pakken bijvoorbeeld is wel mogelijk, links niet mogelijk." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "... gaat het bovendien steeds om een heel lage frequentie. Voor het monteren in de functie van productiemedewerker metaalverwerkend bedrijf kan zo nodig gebruik worden gemaakt van een opstapje; dan hoeft in het geheel niet boven schouderhoogte gehandeld te worden." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding op links en op rechts wat betreft de aaneengesloten tijdsduur. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat gebruik kan worden gemaakt van een opstapje om te voorkomen dat boven schouderhoogte gewerkt moet worden, is niet nader onderbouwd. Onduidelijk is hoe hoog die opstap dan moet zijn gelet op de hoogte van de kast waarin gemonteerd moet worden en of het gebruik van een dergelijke opstap mogelijk is gelet op de te verrichten werkzaamheden en of die aanwezig is.
In de functiebelastinggegevens van de functie bestucker (sbc-code 267050) is ten aanzien van reiken opgenomen: "Dagelijks tijdens meer dan 4 werkuren, maximaal 560 maal per uur: tijdens 8 werkuren 60 maal ongeveer 70 centimeters achtereen (componenten uit bakjes pakken en plaatsen) en tijdens 8 werkuren 500 maal ongeveer 60 centimeters achtereen (componenten uit bakjes pakken en plaatsen)." De FML vermeldt hierover: "licht beperkt, kan zo nodig tijdens elk uur van de werkdag ongeveer 600 keer reiken" en in de toelichting: "links 300 keer 50 tot 60 centimeter." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "Door een goede verdeling van de reikbewegingen over de beperkte linkerarm en de licht beperkte rechterarm vallen ook deze eisen nog binnen de belastbaarheid." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op links zowel voor wat betreft de frequentie als voor wat betreft de afstand. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat kan worden afgewisseld tussen rechts en links geeft geen inzicht in de vraag of er gelet op de werkzaamheden en de voor eiser geldende dominante linkerzijde wel gewisseld kan worden tussen linker- en rechterzijde en of het reiken wel met één zijde kan geschieden. Temeer, omdat in de functiebeschrijving het volgende is opgenomen: "Haalt ... krat met alle materialen voor order uit stelling. ... Plaatst nieuwe carrier met lege platen op werkblad... Plaatst carrier met gerede platen op transportband," hetgeen duidt op tweehandig reiken. Onduidelijk is voorts over welke afstand daarbij gereikt moet worden en dus of de beperking ten aanzien van de reikafstand wordt overschreden.
Met betrekking tot de beperking boven schouderhoogte actief zijn is voor deze functie in de functiebelastinggegevens opgenomen: "Dagelijks gedurende niet meer dan ongeveer 1 uur: tijdens 4 werkuren 1 maal ongeveer 1 minuut achtereen (naar hoogste schap transportkar of stelling)." De FML vermeldt hierover: "beperkt, kan minder dan 5 minuten achtereen boven schouderhoogte actief zijn (gloeilamp verwisselen)" en in de toelichting: met rechts kortdurend tot 1 minuut, iets uit een kast pakken bijvoorbeeld is wel mogelijk, links niet mogelijk." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "... gaat het bovendien steeds om een heel lage frequentie." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op links. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat het een heel lage frequentie is, doet niet af aan de beperking die eiser op links heeft waarmee hij in het geheel niet boven schouderhoogte kan werken en onduidelijk blijft of met één of twee zijden boven schouderhoogte gewerkt moet worden. De functiebeschrijving lijkt op het tegendeel te wijzen nu daarin is opgenomen: Haalt ... krat met alle materialen voor order uit stelling. ... Plaatst nieuwe carrier met lege platen op werkblad... Plaatst carrier met gerede platen op transportband." Dit mede gelet op hetgeen is opgenomen in de functiebelasting gegevens: "(naar hoogste schap transportkar of stelling)", hetgeen er op lijkt te duiden dat men met twee zijden boven de schouder actief moet zijn.
In de functiebelastinggegevens van de functie productiemedewerker witwasserij (sbc-code 111340) is ten aanzien van reiken opgenomen: "Dagelijks tijdens meer dan 4 werkuren, maximaal 330 maal per uur: tijdens 8 werkuren 30 maal ongeveer 50 centimeters achtereen (van rolcontainer pakken en vouwen)." De FML vermeldt hierover: "licht beperkt, kan zo nodig tijdens elk uur van de werkdag ongeveer 600 keer reiken" en in de toelichting: "links 300 keer 50 tot 60 centimeter." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "... geldt een vergelijkbare frequentie van maximaal 330 maal per uur, deels bij een kortere afstand. Ook deze eisen zijn dan niet te hoog." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op links voor wat betreft de frequentie. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat de eisen niet te hoog zijn, volgt de rechtbank niet. Voor zover de bezwaararbeidsdeskundige heeft bedoeld dat het slechts een marginale overschrijding betreft, dient dit eveneens nader gemotiveerd te worden, daar het een overschrijding van 10% op de linkerzijde betreft.
Met betrekking tot de beperking boven schouderhoogte actief zijn is voor deze functie in de functiebelastinggegevens opgenomen: "Dagelijks gedurende niet meer dan ongeveer 1 uur: tijdens 2 werkuren 30 maal ongeveer 1 minuut achtereen (bovenste lade van rolcontainer lossen en vullen)." De FML vermeldt hierover: "beperkt, kan minder dan 5 minuten achtereen boven schouderhoogte actief zijn (gloeilamp verwisselen)" en in de toelichting: met rechts kortdurend tot 1 minuut, iets uit een kast pakken bijvoorbeeld is wel mogelijk, links niet mogelijk." De bezwaararbeidsdeskundige schrijft hierover in de rapportage: "niet meer dan kortstondig aan de orde, zelfs steeds aanzienlijk korter aaneengesloten dan in de FML toegelichte één minuut. ... De frequentie in de functie van productiemedewerker witwasserij ligt hoger. Het gaat om het vullen en lossen van de bovenste lade van een rolcontainer, met klein wasgoed als ondergoed en handdoeken. Dit kan met rechts. Zo nodig kan ook hier gebruik gemaakt worden van een opstapje." De rechtbank stelt vast dat volgens de functiebelastinggegevens sprake is van een overschrijding voor de voor eiser vastgestelde beperking op links. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat het vullen en lossen van de bovenste lade van een rolcontainer met rechts kan, verdraagt zich niet met de functiebeschrijving waarin is opgenomen: "Pakt met twee handen de stapel (een hand onder en een hand boven op de stapel) van de werktafel en plaatst de stapel in een bak of rolcontainer," hetgeen duidt op het met twee zijden actief zijn boven schouderhoogte. De toelichting van de bezwaararbeidsdeskundige dat zo nodig gebruik kan worden gemaakt van een opstapje, is niet nader onderbouwd. Onduidelijk is hoe hoog die opstap dan moet zijn gelet op de hoogte van de rolcontainer en of het gebruik van een dergelijke opstap mogelijk is gelet op de te verrichten werkzaamheden en of die aanwezig is.
Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat met de aanvullende motivering van de bezwaararbeidsdeskundige op de door de bezwaarverzekeringsarts gegeven beperkingen en daarbij behorende toelichtingen ten aanzien van frequent reiken en boven schouderhoogte actief zijn voor de geduide functies niet voldoende inzichtelijk is gemaakt of deze functies voor eiser als passend zijn aan te merken. Het bestreden besluit kan daarom niet in stand blijven wegens strijd met artikel 7:12 van de Awb en vertoont in zoverre gebreken.
De rechtbank acht zich momenteel niet in staat om het geschil tussen partijen definitief te beslechten. Zij beschikt namelijk nog niet over een toereikende motivering waarom de voor eiser geduide functies gelet op de voor hem geldende beperkingen passend zijn, welke motivering verweerder - eventueel na een aanvullende motivering van de analist-arbeidsdeskundige naar de voor eiser geduide functies - geacht moet kunnen worden wel te verschaffen. Gelet hierop zal verweerder met toepassing van artikel 8:51a, eerste lid, van de Awb in de gelegenheid worden gesteld om de in de voorgaande rechtsoverwegingen aangeduide motiveringsgebreken te herstellen.
De rechtbank 's-Gravenhage,
stelt verweerder in de gelegenheid om binnen drie weken na verzending van deze uitspraak om de in de voorgaande rechtsoverwegingen aangeduide en hier alsnog kort en zakelijk weergegeven motiveringsgebreken te herstellen voor alle vier de voor eiser geduide functies gelet op de voor hem geldende beperkingen voor wat betreft reiken en boven schouderhoogte actief zijn, mede gelet op de voor eiser geldende dominante linkerzijde:
Functie samensteller hydraulische componenten
- Kan met reiken afgewisseld worden tussen de linker- en rechterzijde en kan dat met één zijde geschieden?
- Kan worden volstaan met het met slechts één zijde boven schouderhoogte actief zijn?
Functie productiemedewerker metaalverwerkend bedrijf
- Kan met reiken afgewisseld worden tussen de linker- en rechterzijde, kan dat met één zijde geschieden en kan het reiken over een langere afstand dan 50 centimeter met één zijde geschieden?
- Volstaat een opstapje om te voorkomen dat eiser boven schouderhoogte actief moet zijn en is het gebruik van een opstapje mogelijk en aanwezig?
Functie bestucker
- Kan met reiken afgewisseld worden tussen de linker- en rechterzijde, kan dat met één zijde geschieden en over welke afstand moet gereikt worden?
- Moet er met één of beide zijden boven schouderhoogte gewerkt worden?
Functie productiemedewerker witwasserij
- Waarom is een overschrijding op de beperking reiken voor wat betreft frequentie voor de linkerzijde van 10% acceptabel?
- Hoe verdraagt de functiebeschrijving dat het vullen en lossen van de rolcontainer boven schouderhoogte met twee handen dient te geschieden zich tot de motivering van de arbeidsdeskundige dat dit met rechts kan en/of volstaat een opstapje om te voorkomen dat eiser boven schouderhoogte actief moet zijn en is het gebruik van een opstapje mogelijk en aanwezig?
Aldus vastgesteld door mr. J. van Dort, in tegenwoordigheid van de griffier mr. S.M. Kraan.
Uitgesproken in het openbaar op 17 februari 2010.
Ingevolge artikel 18, eerste lid, van de Beroepswet kan tegen deze uitspraak nog geen hoger beroep worden ingesteld bij de Centrale Raad van Beroep.