ECLI:NL:RBSGR:2010:BL4387
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen tijdelijk huisverbod en belangenafweging tussen veiligheid en toegang tot woning
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 januari 2010 uitspraak gedaan in een beroep tegen een tijdelijk huisverbod dat aan eiser was opgelegd. Eiser had beroep ingesteld tegen het besluit van de burgemeester van [plaats A] dat op 16 september 2009 een huisverbod had opgelegd voor een periode van tien dagen, met een verlenging tot 14 oktober 2009. De rechtbank oordeelde dat de burgemeester bij zijn belangenafweging de veiligheid van de echtgenote en de minderjarige kinderen zwaarder had kunnen laten wegen dan het belang van eiser om toegang te hebben tot zijn woning en zijn persoonlijke spullen. Eiser had op verzoek zijn kleding ontvangen, maar er was niet gebleken dat hij andere spullen nodig had.
De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser belang had bij de beoordeling van zijn beroepen, omdat hij de kosten die hij had gemaakt in verband met de opgelegde huisverboden op de verweerder wilde verhalen. Eiser betoogde dat de besluiten niet op goede gronden waren genomen, omdat er geen instemmende verklaring van zijn echtgenote was en er geen advies van de Raad voor de Kinderbescherming was ingewonnen. De rechtbank oordeelde echter dat de echtgenote was gehoord en haar mening had kenbaar gemaakt, en dat een afzonderlijke instemmende verklaring niet vereist was. Ook was het niet noodzakelijk dat de Raad voor de Kinderbescherming een advies uitbracht, gezien de urgentie van de situatie.
De rechtbank concludeerde dat er feiten en omstandigheden waren die een ernstig en onmiddellijk gevaar voor de veiligheid van de echtgenote en kinderen opleverden, en dat de burgemeester in redelijkheid gebruik had gemaakt van zijn discretionaire bevoegdheid om het huisverbod op te leggen en te verlengen. De beroepen van eiser werden ongegrond verklaard, en hij werd in zijn verzoeken niet-ontvankelijk verklaard. Eiser en verweerder hebben de mogelijkheid om hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.