ECLI:NL:RBSGR:2010:BL0590
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Bepaling gezamenlijk gezag en hoofdverblijfplaats van minderjarige in het belang van de minderjarige
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 15 januari 2010 uitspraak gedaan in een procedure betreffende het gezamenlijk gezag en de hoofdverblijfplaats van een minderjarige. De zaak is voortgekomen uit een verzoek van de vader, die samen met zijn echtgenote de zorg voor de minderjarige wenst te dragen. De moeder had de minderjarige zonder overleg bij een logeergezin geplaatst, wat leidde tot een verstoorde communicatie tussen de ouders. De rechtbank heeft vastgesteld dat de minderjarige voorlopig bij de vader zal verblijven, omdat dit in zijn belang is. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat het gezamenlijk gezag in het belang van de minderjarige is, zodat beide ouders gezagsbeslissingen kunnen nemen. De rechtbank heeft de hoofdverblijfplaats van de minderjarige bij de vader bepaald, omdat deze samen met zijn echtgenote bereid is om voor de minderjarige te zorgen. De rechtbank heeft daarbij rekening gehouden met de psychische problematiek van de moeder en de noodzaak voor stabiliteit en rust voor de minderjarige, die het syndroom van Down heeft. De rechtbank heeft een zorgregeling vastgesteld, waarbij de minderjarige in het weekend bij de moeder verblijft en ook tijd doorbrengt bij de familie van de vader. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard.