ECLI:NL:RBSGR:2009:BQ7726

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
24 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/753623-08
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van het openbaar ministerie door overlijden van de verdachte

In de zaak van het openbaar ministerie tegen de verdachte, die werd beschuldigd van moord, heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 24 juni 2009 uitspraak gedaan. De verdachte, geboren in 1958, is op 20 juni 2009 overleden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op 6 juli 2008 te Gouda opzettelijk en met voorbedachten rade [X] van het leven heeft beroofd. De officier van justitie, mr. D.M.A. van der Zwan, heeft tijdens de zitting op 24 juni 2009 gevorderd dat het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard zou worden in de vervolging, gezien het overlijden van de verdachte. De rechtbank heeft op basis van artikel 69 van het Wetboek van Strafrecht geoordeeld dat het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte. Hierdoor is het openbaar ministerie niet-ontvankelijk verklaard in de vervolging. Dit vonnis is uitgesproken in een openbare terechtzitting, waarbij mr. Krekel niet in staat was het vonnis te ondertekenen. De zaak heeft meerdere zittingen gekend, waarbij de verdachte steeds bijgestaan werd door zijn raadsman, mr. H.F. van Kregten. De rechtbank heeft de ontvankelijkheid van het openbaar ministerie beoordeeld aan de hand van de overgelegde overlijdensakte, waaruit bleek dat de verdachte op 20 juni 2009 te Leiderdorp is overleden. De rechtbank heeft in haar beslissing de relevante feiten en de toepasselijke wetgeving in overweging genomen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer 09/753623-08
Datum uitspraak: 24 juni 2009
(Vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1958,
overleden op 20 juni 2009.
De terechtzitting.
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 15 oktober 2008, 6 januari 2009, 2 maart 2009, 17 april 2009 en 24 juni 2009.
Verdachte, bijgestaan door zijn raadsman, mr. H.F. van Kregten, advocaat te Waddinxveen, is ter terechtzitting van 15 oktober 2008, 2 maart 2009 en 17 april 2009 verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. D.M.A. van der Zwan heeft ter terechtzitting van 24 juni 2009 gevorderd dat de rechtbank het openbaar ministerie niet-ontvankelijk zal verklaren in zijn vervolging, nu verdachte op 20 juni 2009 is overleden.
De tenlastelegging.
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 06 juli 2008 te Gouda opzettelijk en met voorbedachten
rade, althans opzettelijk, [X] van het leven heeft beroofd, immers
heeft verdachte met dat opzet en na kalm beraad en rustig overleg, althans met
dat opzet, een bijl, althans een hard en scherp voorwerp, uit een (werk)kast in de
gang/hal gepakt en/of (vervolgens) zich met die bijl, althans het harde en
scherpe voorwerp naar de (woon)kamer begeven en/of met die bijl, althans het
harde en scherpe voorwerp, meermalen, althans eenmaal tegen/op het hoofd van
die [X] geslagen, tengevolge waarvan voornoemde [X] is overleden;
art 289 Wetboek van Strafrecht.
De ontvankelijkheid van het openbaar ministerie
De officier van justitie heeft ter terechtzitting van 24 juni 2009 een uittreksel uit een overlijdensakte overgelegd, waaruit blijkt dat verdachte op 20 juni 2009 te Leiderdorp is overleden. Nu op grond van art. 69 van het Wetboek van Strafrecht het recht tot strafvordering vervalt door de dood van de verdachte, behoort het openbaar ministerie niet-ontvankelijk te worden verklaard in de vervolging.
Beslissing
De rechtbank verklaart het openbaar ministerie niet-ontvankelijk in de vervolging.
Dit vonnis is gewezen door
mrs. E. Rabbie, voorzitter,
J.M. Ghrib en P.C. Krekel, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. T.B.H. Nguyen, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 24 juni 2009.
mr. Krekel is buiten staat dit vonnis te ondertekenen.