"1. Er is een Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) opgericht door de partijen betrokken bij deze CAO De stichting is gevestigd te Lijnden en heeft zijn secretariaat op postbus 144, 1170 AC Badhoevedorp.
2. De statuten en reglementen van de SNCU zijn vastgelegd in de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche.
3. De SNCU dient erop toe te zin, dat de bepalingen van deze CAO algemeen en volledig worden nageleefd en is door de partijen betrokken bij deze CAO gemachtigd al datgene te verrichten dat daartoe nuttig en noodzakelijk kan zijn."
1.5 Artikel 6 van de CAO Sociaal Fonds voor de Uitzendbranche bepaalt:
"1. Er is een Stichting Naleving CAO voor Uitzendkrachten (SNCU) opgericht door de partijen betrokken bij deze CAO waarvan de Statuten en Reglementen I en II integraal onderdeel uitmaken van deze CAO.
2. De SNCU dient erop toe te zien, dat de bepalingen van deze CAO algemeen en volledig worden nageleefd en is door de partijen betrokken bij deze CAO gemachtigd al datgene te verrichten dat daartoe nuttig en noodzakelijk kan zijn."
1.6 Een deel van de bevoegdheden van SNCU is toebedeeld aan de Commissie Naleving CAO voor de Uitzendkrachten (CNCU), welke commissie het houden van toezicht op de naleving tot doel heeft. Voor de CNCU gelden de reglementen I en II die in de CAO's zijn opgenomen. CNCU is krachtens artikel 3 lid 2 van Reglement I bevoegd haar uitvoerende werkzaamheden uit te besteden aan derden.
1.7 In artikel 5 lid 1 van Reglement II is bepaald dat de werkgever verplicht is inlichtingen te verschaffen die de CNCU voor een goede uitvoering van de regeling noodzakelijk acht. Ingevolge lid 2 van voornoemd artikel moet de werkgever aan de hand van een inzichtelijke en deugdelijke loon-en arbeidstijdenadministratie aantonen dat hij de CAO's getrouwelijk naleeft. Lid 3 bepaalt dat een werkgever verplicht is zijn volledige en voortvarende medewerking te verlenen aan onderzoek door de CNCU. De leden 6, 7 en 8 van artikel 5 zien op de bevoegdheid van SNCU controle te verrichten door middel van een bezoek aan een bedrijf. Krachtens de leden 9 en 10 van artikel 5 ontvangt de bezochte onderneming binnen acht weken na datum van onderzoek een rapport waarin omissies worden geconstateerd en verbeteringen worden voorgesteld en wordt door CNCU een termijn gegeven waarbinnen de verbeteringen dienen te zijn aangebracht. CNCU kan binnen zes maanden na het verstrijken van de termijn waarbinnen de verbeteringen dienen te zijn aangebracht besluiten tot controle van de verbeteringen van de geconstateerde omissies . De kosten van een dergelijke controle komen ten laste van de onderneming.
1.8 Als een werkgever weigert aan de SNCU gegevens te verstrekken of onvolledige of onjuiste gegevens verstrekt, of na ingebrekestelling volhardt in het niet naleven van de CAO's, is deze schadeplichtig. Artikel 6 van Reglement II bepaalt:
"1. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU gedurende ten minste veertien dagen nalatig blijft de vanwege de SNCU verzochte gegevens met betrekking tot de wijze waarop hij de CAO naleeft te verstrekken, dan wel onjuiste gegevens verstrekt, is hij verplicht door dat enkele feit aan de SNCU een forfaitaire schadevergoeding te betalen. De SNCU kan besluiten geheel of gedeeltelijk af te zien van het innen van deze schadevergoeding indien bijzondere omstandigheden daartoe aanleiding geven.
2. Indien een werkgever na ingebrekestelling door of namens de SNCU gedurende
veertien dagen volhardt bij het niet naleven van de CAO op de in de ingebrekestelling vermelde punten, is hij - onverminderd het gestelde onder a. - verplicht aan de SNCU een door het bestuur te bepalen schadevergoeding te betalen. Bij het bepalen van de schadevergoeding wordt in ieder geval rekening gehouden met de aard, de omvang en de duur van de niet-naleving, alsmede met de loonsom van de onderneming van de betrokken werkgever. Daarnaast kan rekening worden gehouden met de mate waarin die werkgever alsnog achterstallige verplichtingen jegens zijn personeel nakomt dan wel zekerheid stelt voor een correcte naleving van de CAO.
3. De schadevergoeding dient ter dekking van de kosten die de SNCU maakt en de ter deze zake verkregen middelen worden toegevoegd aan de geldmiddelen van de SNCU tot dekking van de kosten die de SNCU moet maken als gevolg van haar toezichthoudende taak ten aanzien van de wijze waarop de CAO wordt nageleefd.
4. De SNCU hoeft niet aan te tonen dat zij de schade in de omvang als door haar gevorderd ook daadwerkelijk heeft geleden."
1.9 Artikel 7 van Reglement II bepaalt dat partijen bij de CAO de bevoegdheid tot het instellen van vorderingen als bedoeld in artikel 3 Wet AVV en artikel 15 Wet CAO overdragen aan SNCU voor zover het betreft de vorderingen terzake van de schade die zij zelf lijden. Krachtens artikel 7 lid 2 is de bevoegdheid tot het instellen van een schadevergoedingsactie gedelegeerd aan SNCU.
1.10 De CAO voor de Uitzendkrachten die tot 31 maart 2007 algemeen verbindend verklaard is en waarvan de statuten en de Reglementen I en II deel uitmaken bevatte een gelijkluidende regeling ten aanzien van de taken en bevoegdheden van SNCU.
1.11 Op 11 december 2006 heeft het externe onderzoeksbureau VRO bij Tido Vesta een onderzoek uitgevoerd in het kader van een controle naar de naleving van de CAO voor Uitzendkrachten in de periode week 38 2006 tot en met week 44 2006. Op 2 januari 2007 heeft VRO aan Tido Vesta een concept rapportage gestuurd, waarin een aantal overtredingen wordt geconstateerd. Nadat Tido Vesta aan VRO heeft laten weten dat zij geen op- en aanmerkingen had met betrekking tot het concept-rapport heeft VRO namens SNCU op 30 januari 2007 een definitieve rapportage aan Tido Vesta gestuurd. Daarin werden de overtredingen geschat op een schadebedrag van € 624.476,--. Bij brief van 2 februari 2007 heeft VRO aan Tido Vesta bericht dat de indicatieve schadelast naar boven toe moet worden bijgesteld tot € 804.498,--.
1.12 Bij brief van 14 augustus 2007 heeft SNCU aan Tido Vesta een forfaitaire schadevergoeding aangezegd van € 51.751,--. In deze brief is meegedeeld dat SNCU bereid is om het schadebedrag te matigen tot € 28.876,--, mits dit bedrag voor 28 augustus 2007 wordt betaald en Tido Vesta aantoont dat de geconstateerde overtredingen volledig zijn hersteld en Tido Vesta volledige medewerking verleent aan een hercontrole. Deze brief is eerder op 12 juli 2007 verzonden aan het oude kantooradres van Tido Vesta.
1.13 Bij brief van 27 augustus 2007 heeft de accountant van Tido Vesta aan SNCU bericht dat VRO bij een op 25 april 2007 uitgevoerde NEN 4400-1 controle geen overtredingen meer heeft vastgesteld. SNCU heeft daarop bij brief van 18 september 2007 geantwoord dat met de in opdracht van Tido Vesta zelf uitgevoerde NEN-controle niet is aangetoond dat alle overtredingen zijn hersteld. SNCU heeft verder aan Tido Vesta bericht dat de schadevergoeding en het schikkingsvoorstel van kracht blijven.
1.14 Vervolgens is tussen partijen nog gecorrespondeerd over het schadebedrag dat door VRO was vastgesteld op € 804.498,--. Ook dit heeft niet tot een verandering van standpunten geleid. In dat kader heeft SNCU Tido Vesta bij brief van 21 november 2007 een brief van de accountant van Tido Vesta beantwoord en nogmaals gesommeerd om te verklaren dat zij de CAO zal naleven en zal meewerken aan een hercontrole en gewezen op haar verplichting tot betaling van de forfaitaire schadevergoeding.
1.15 Bij brief van 11 december 2007 heeft de advocaat van SNCU Tido Vesta gesommeerd tot betaling van de forfaitaire schadevergoeding van € 51.751,-- en tot vergoeding van buitengerechtelijke kosten van € 1.750,--.