ECLI:NL:RBSGR:2009:BL6820
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit over de status van een groenvoorziening als onroerende aanhorigheid in een huurcontract
In deze zaak heeft de kantonrechter van de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen de stichting Woonstichting KBV en een huurder, aangeduid als [gedaagde]. De kern van het geschil betreft de status van een groenvoorziening rondom een flatgebouw, dat door de huurder wordt gehuurd. KBV stelt dat deze groenvoorziening als een besloten groenvoorziening moet worden beschouwd, waarvan de huurder en andere bewoners het exclusieve genot hebben. De huurder betwist dit en stelt dat de groenvoorziening openbaar is, waardoor hij geen onderhoudskosten zou hoeven te betalen.
De kantonrechter heeft vastgesteld dat de groenvoorziening eigendom is van KBV en dat de huurder op basis van de huurovereenkomst recht heeft op medegebruik van deze groenvoorziening. De rechter heeft geconstateerd dat de groenvoorziening grotendeels omgeven is door dicht struikgewas, wat de toegankelijkheid voor het publiek beperkt. Dit, in combinatie met de door KBV geplaatste bordjes en voethekjes, wijst erop dat de groenvoorziening niet bedoeld is voor algemeen publiek gebruik, maar voor de bewoners van het complex.
De kantonrechter heeft geoordeeld dat de groenvoorziening als onroerende aanhorigheid moet worden beschouwd, zoals bedoeld in artikel 7:233 BW. Dit betekent dat de huurder het genot van de groenvoorziening ontleent aan de huurovereenkomst en dat de kosten voor het onderhoud via de servicekosten aan de huurder in rekening mogen worden gebracht. De rechter heeft de vordering van KBV toegewezen en de proceskosten gecompenseerd, waarbij iedere partij de eigen kosten draagt.