RECHTBANK ’S-GRAVENHAGE – MEERVOUDIGE WRAKINGSKAMER
Wrakingnummer 2009/23
rekestnummer: 350013 / HA RK 09-546
zaaknummer in hoofdzaak: 346000 / KG ZA 09-1132
datum beschikking: 4 november 2009
BESCHIKKING
op het schriftelijke verzoek tot wraking ingevolge artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering in de zaak van:
1. de stichting Stichting Vrijplaats Koppenhinksteeg,
2. de stichting Stichting De Fabel van de Illegaal,
3. de stichting Stichting het Leids Weggeeffonds,
4. de vereniging Vereniging Cultureel Centrum Bar en Boos,
allen gevestigd te Leiden,
verzoekers;
Mr. [X],
voorzieningenrechter in de rechtbank te ’s-Gravenhage.
1. Voorgeschiedenis en het procesverloop
1.1 Bij exploot van 7 september 2009 zijn ten verzoeke van de publiekrechtelijke rechtspersoon gemeente Leiden onder meer verzoekers gedagvaard om op 7 oktober 2009 ter terechtzitting van de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage te verschijnen.
Op 7 oktober 2009 heeft mr. [X] als voorzieningenrechter het kort geding in de zaak van de gemeente Leiden tegen verzoekers met betrekking tot de ontruiming van de door hen bewoonde c.q. bij hen in gebruik zijnde panden aan de Koppenhinksteeg nummer 2, 2c en 4 (2312 HX) te Leiden, behandeld.
1.2 Op 16 oktober 2009 is namens verzoekers bij de rechtbank ingekomen een schriftelijk verzoek tot wraking van mr. [X].
2. De mondelinge behandeling van het wrakingsverzoek
Op 21 oktober 2009 is het wrakingsverzoek ter zitting van deze wrakingskamer behandeld. Namens verzoekster sub 1 is verschenen de heer [A] die het wrakingsverzoek aan de hand van de door hem overgelegde pleitaantekeningen heeft toegelicht. Mr. [X] heeft ter zitting gereageerd op het wrakingverzoek.
3. Het standpunt van verzoekers
Verzoekers stellen zich op het standpunt dat er feiten en omstandigheden zijn die hen doen twijfelen aan de onpartijdigheid van mr. [X] door wiens optreden zij onevenredig en op oneerlijke wijze dreigen te worden benadeeld. Ter zitting voert verzoekster sub 1 ter onderbouwing van dit standpunt aan dat mr. [X], door zijn beslissing ter zitting van 7 oktober 2009 om de door verzoekers ingediende producties buiten beschouwing te laten, de schijn van vooringenomenheid heeft gewekt.
4. Het standpunt van mr. [X]
Mr. [X] stelt zich op het standpunt dat verzoekers niet-ontvankelijk dienen te worden verklaard in hun verzoek. Hij voert hiertoe aan dat het verzoek niet tijdig is gedaan nu het verzoek eerst is ingekomen op 16 oktober 2009 en verzoekers ter zitting van 7 oktober 2009 reeds een verzoek tot wraking hadden kunnen indienen tezamen met hun medegedaagde. Voorts was het verzoekschrift niet gemotiveerd.
5.1 Artikel 37 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bepaalt dat een verzoek tot wraking gedaan wordt zodra de feiten of omstandigheden aan de verzoeker bekend zijn geworden. Het verzoek geschiedt schriftelijk en gemotiveerd en kan na de aanvang van een terechtzitting ook mondeling geschieden.
5.2 Ter beoordeling staat in de eerste plaats of het wrakingsverzoek is gedaan zodra de feiten en omstandigheden aan verzoekers bekend zijn geworden. Nu het wrakingsverzoek ziet op de handelswijze van mr. [X] ter zitting van 7 oktober 2009 en het verzoek eerst is ingekomen op 16 oktober 2009, is de rechtbank van oordeel dat het verzoek niet tijdig is gedaan.
5.2 Voorts was het schriftelijk ingediende wrakingsverzoek niet gemotiveerd.
5.3 Gelet op vorenstaande zijn verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek. Derhalve zal als volgt worden beslist.
verklaart verzoekers niet-ontvankelijk in hun verzoek tot wraking;
bepaalt dat het proces in de hoofdzaak wordt voortgezet in de stand waarin het zich bevond ten tijde van het indienen van het wrakingsverzoek met inachtneming van hetgeen is bepaald in de beschikking met zaak- en rekestnummer 349692 / HA RK 09-539;
beveelt dat (een afschrift van) deze beslissing met inachtneming van het bepaalde bij artikel 39, derde lid, van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering wordt toegezonden aan:
• de stichting Stichting Vrijplaats Koppenhinksteeg, de stichting Stichting De Fabel van de Illegaal, de stichting Stichting het Leids Weggeeffonds, de vereniging Vereniging Cultureel Centrum Bar en Boos;
• gemeente Leiden p/a haar advocaat mr. A.R. de Jonge;
• de stichting Stichting Ontmoetingsruimte de Linkse Kerk, [B], [C], [D], [E] h.o.d.n. Hong Ying Instituut van Aziatische Sport en Cultuur, de vereniging Het Syrisch Democratisch Huis, zij die verblijven of wonen in de onroerende zaak of een gedeelte daarvan, staande en gelegen te Leiden aan de Hooglandse Kerkgracht nr. 4 (2312 HX), aan de Koppenhinksteeg nr. 2 (2312 HX), aan de Koppenhinksteeg nr. 2b (2312 HX), aan de Koppenhinksteeg nr. 2c (2312 HX), aan de Koppenhinksteeg nummer 4 (2312 HX), [F];
• mr [X].
Deze beslissing is in het openbaar uitgesproken op 4 november 2009 door mrs. J.W. du Pon, L. de Loor-Alwin en C.C. Dedel - van Walbeek, rechters, in tegenwoordigheid van mr. M.H. Lamers als griffier.