ECLI:NL:RBSGR:2009:BK8569
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- mr. drs. J. van den Bos
- mr. E.A. Poppe-Gielesen
- mr. C. Laukens
- Rechtspraak.nl
Vernietiging van afwijzing verblijfsvergunning asiel wegens gebrek aan positieve overtuigingskracht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 28 december 2009 uitspraak gedaan in een asielprocedure. Eiseres, geboren in de Democratische Republiek Congo, had op 21 november 2007 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, mede ten behoeve van haar minderjarige kinderen. De aanvraag werd op 19 december 2008 door de Staatssecretaris van Justitie afgewezen, waarna eiseres beroep instelde tegen het niet tijdig beslissen op haar aanvraag en tegen de afwijzing. Tijdens de openbare behandeling op 2 oktober 2009 was eiseres aanwezig, bijgestaan door haar gemachtigde, en werd er een tolk in de taal Lingala ingeschakeld.
De rechtbank overwoog dat het eerste gehoor, dat gericht was op het vaststellen van de identiteit, nationaliteit en reisroute van de vreemdeling, niet bedoeld was om de asielmotieven te onderzoeken. Eiseres had tijdens dit gehoor geen gelegenheid gekregen om haar asielmotieven verder toe te lichten, wat verweerder niet kon tegenwerpen. De rechtbank oordeelde dat de conclusie van verweerder dat het asielrelaas van eiseres geen positieve overtuigingskracht had, niet voldoende was onderbouwd. De rechtbank vernietigde het bestreden besluit wegens strijd met artikel 3:46 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) en verklaarde het beroep gegrond.
De rechtbank veroordeelde verweerder in de proceskosten van eiseres, vastgesteld op € 644, en bepaalde dat deze kosten rechtstreeks aan de griffier moesten worden betaald, aangezien eiseres een toevoeging had ontvangen. De rechtbank gaf verweerder de opdracht om binnen vier weken na de uitspraak een nieuw besluit te nemen, rekening houdend met de uitspraak.