ECLI:NL:RBSGR:2009:BK7324

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
17 september 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
07/593 R
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Insolventierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Beëindiging van de schuldsaneringsregeling door omzetting in faillissement

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 september 2009 uitspraak gedaan over de beëindiging van de schuldsaneringsregeling van de schuldenaar, geboren op 1 januari 1949. De rechtbank oordeelde dat de schuldenaar zich niet aan de verplichtingen uit de schuldsaneringsregeling heeft gehouden, met name de informatie- en sollicitatieplicht. De schuldenaar had verzuimd om de bewindvoerder te informeren over zijn bankrekeningen in Marokko, waar hij een aanzienlijk bedrag had staan. Ondanks zijn claim van analfabetisme, oordeelde de rechtbank dat hij niet ontslagen kon worden van zijn verplichtingen om hulp te organiseren bij het voldoen aan de eisen van de schuldsaneringsregeling.

De rechtbank stelde vast dat de schuldenaar niet alleen zijn informatieplicht had geschonden, maar ook niet voldoende had aangetoond dat hij aan zijn sollicitatieplicht voldeed. De rechtbank verwierp het verweer van de schuldenaar dat hij niet in staat was om schriftelijk te solliciteren en dat hij geen vermogen had. De rechtbank concludeerde dat de schuldenaar in ernstige mate tekort was geschoten in zijn verplichtingen, wat leidde tot de beslissing om de schuldsaneringsregeling tussentijds te beëindigen en de schuldenaar in staat van faillissement te verklaren.

De rechtbank benoemde mw. mr. F.A.M. Veraart als rechter-commissaris en N.L. Menso als curator. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheden van schuldenaren binnen de schuldsaneringsregeling en de noodzaak om transparant te zijn over hun financiële situatie. De rechtbank heeft ook het salaris van de bewindvoerder vastgesteld en de kosten van publicaties ten laste van de boedel bepaald. De schuldenaar heeft het recht om binnen acht dagen na de uitspraak hoger beroep in te stellen.

Uitspraak

insolventienummer: 07/593 R
uitspraakdatum : 17 september 2009
RECHTBANK 's-GRAVENHAGE
sector civiel recht - enkelvoudige kamer
In de schuldsaneringsregeling van:
[schuldenaar]
geboren op 1 januari 1949 te [geboorteplaats],
ten tijde van het uitspreken van de schuldsaneringsregeling,
[woonadres]
heeft de rechter-commissaris een voordracht gedaan om de toepassing van de schuldsaneringsregeling te beëindigen.
Ten aanzien van de schuldenaar is bij vonnis van 18 juli 2007 de schuldsaneringsregeling uitgesproken, met benoeming van, laatstelijk, mw.mr. F.A.M. Veraart tot rechter-commissaris. N.L. Menso (ENNU), gevestigd te 's-Gravenhage is benoemd tot bewindvoerder.
De mondelinge behandeling van het verzoek heeft plaatsgevonden op 3 september 2009. Bij deze behandeling is schuldenaar samen met zijn advocaat mr. M.C. Kwakkelstein-Doornbos verschenen en gehoord. De bewindvoerder is eveneens ter zitting verschenen en gehoord.
De rechter-commissaris heeft haar voordracht gegrond op de volgende feiten en omstandigheden:
Schuldenaar heeft niet voldaan aan de informatieplicht omdat hij de bewindvoerder zowel gevraagd als ongevraagd niet heeft geïnformeerd. Aan de sollicitatieverplichting wordt niet voldaan omdat schuldenaar slechts bewijzen van mondelinge sollicitaties heeft overgelegd. Tevens zijn er twee nieuwe schulden bij Eneco Energie ontstaan en is er een betalingsachterstand van € 226,22 aan de boedel.
De advocaat van schuldenaar heeft bij pleitnotitie ter terechtzitting het volgende, kort en zakelijk weergegeven, aangevoerd.
Schuldenaar betwist dat hij zelf vermogen in het buitenland heeft. Hij heeft erkend dat hij bankrekeningen in Marokko bezit, maar hier wordt enkel de kinderbijslag op gestort. Aan de sollicitatieverplichting heeft schuldenaar voldaan nu het voor hem onmogelijk is schriftelijk te solliciteren omdat hij analfabeet is. Schuldenaar heeft gedurende de schuldsaneringsregeling lijsten aan de bewindvoerder overgelegd met mondelinge sollicitaties. Aan de informatieverplichting kan schuldenaar eveneens niet voldoen nu hij analfabeet is. Verzoeken van schuldenaar om in een persoonlijk gesprek het een en ander toe te lichten zijn door de bewindvoerder afgewezen. De rol van de bewindvoerder is door schuldenaar verkeerd begrepen nu hij dacht dat de bewindvoerder zou helpen bij zijn financiële situatie. De boedelachterstand heeft schuldenaar ingelopen via zijn vakantiegeld.
De bewindvoerder heeft ter terechtzitting het volgende aangevoerd.
Tijdens het huisbezoek bij schuldenaar is aan hem gevraagd of er spaarrekeningen dan wel andere bankrekeningen bestonden. Hier heeft schuldenaar negatief op geantwoord. Op een bankrekening in Marokko had schuldenaar op 31 juli 2007, dat wil zeggen ten tijde van de toelating tot de schuldsaneringsregeling, (omgerekend) € 9.000,- staan. De bewindvoerder is nagegaan of het bankrekeningnummer in Marokko overeenkomt met het bankrekeningnummer dat schuldenaar heeft opgegeven bij de Sociale Verzekeringsbank (hierna: SVB). Dat blijkt niet het geval te zijn: de kinderbijslag wordt op een ander rekeningnummer gestort. De bewindvoerder heeft gesteld dat schuldenaar, ondanks zijn gestelde analfabetisme, wel brieven aan haar heeft geschreven over zijn verhuizing en de kinderbijslag.
De rechtbank overweegt als volgt.
Wanneer een schuldenaar zich niet aan de uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen houdt, kan de rechtbank de schuldsanering tussentijds beëindigen. In de voorliggende zaak wordt schuldenaar verweten dat hij de informatie- en sollicitatieplicht heeft geschonden.
Wat betreft de informatieplicht overweegt de rechtbank als volgt. Vast staat dat ten tijde van de toelating tot de schuldsaneringsregeling in Marokko een bankrekening op naam van schuldenaar stond en dat hij die niet aan de bewindvoerder heeft opgegeven. Tevens staat vast dat - eveneens ten tijde van de toelating - het saldo van die bankrekening medio 2007 € 9.669,89 bedroeg, hetgeen meer is dan de destijds in de Verklaring Schuldsanering opgenomen totale schuldenlast van € 9.048,61 concurrent en € 406,-- preferent. De rechtbank verwerpt het verweer dat de bewindvoerder nooit naar deze rekening heeft gevraagd en schuldenaar niet wist dat hij dit moest melden. Blijkens het p-v van de toelatingszitting heeft schuldenaar reeds bij toelating van de rechtbank een z.g. infoblad meegekregen, waarop de verplichtingen vermeld staan. Aannemelijk is voorts dat de bewindvoerder tijdens het huisbezoek heeft gevraagd naar bankrekeningen en ander vermogen. Dat schuldenaar niet kan lezen en schrijven kan hem weliswaar niet worden verweten, maar ontslaat hem niet van de plicht om hulp te organiseren bij het voldoen aan zijn uit de schuldsaneringsregeling voortvloeiende verplichtingen. Dat hij daartoe in staat is, bewijzen de brieven bij de toelating, over de verhuizing en over de kinderbijslag, zoals de bewindvoerder met juistheid heeft gesteld. Schuldenaar heeft verder gesteld dat de gelden op de betreffende bankrekening van zijn schoonvader waren. Naar het oordeel van de rechtbank rechtvaardigt het feit dat een bankrekening op naam van schuldenaar staat en op die bankrekening een positief saldo aanwezig is, de vooronderstelling dat dit bedrag een bestanddeel vormt van het vermogen waarover hij de beschikking heeft dan wel redelijkerwijs kan beschikken. In een dergelijke situatie is het aan schuldenaar om in genoegzame mate aan te tonen dat het tegendeel het geval is. Voor dit laatste ontbreekt echter zelfs een begin van bewijs. Dat een bedrag van 50.000 Dirham (€ 4.436,52) op 7 februari 2008 door de echtgenote van schuldenaar van de rekening is opgenomen, toont op geen enkele wijze aan dat het geld niet aan schuldenaar, maar aan diens schoonvader toebehoorde. Het is de rechtbank aan de hand van de stukken in het dossier voorts opgevallen dat het rekeningnummer waarvan de betreffende 50.000 Dirham zijn opgenomen (rek. nr: [***75]) een ander nummer is dan het rekeningnummer waarop de SVB de kinderbijslag stortte (rek. nr. [***91]), zodat ook het verweer dat het hier zou gaan om de gespaarde kinderbijslag, als onaannemelijk moet worden verworpen. Dat schuldenaar in februari 2009 in Marokko op twee rekeningen € 75,-- en € 68,-- had staan, toont evenmin aan dat het geld niet van schuldenaar zou zijn geweest. Bovendien heeft schuldenaar, nadat het bestaan van de Marokkaanse rekeningen bekend was geworden, blijkens het dossier telefonisch aan de bewindvoerder medegedeeld dat zij zich niet met het geld in het buitenland moest bemoeien.
De rechtbank concludeert dat schuldenaar in ernstige mate in zijn verplichtingen is tekort geschoten. Schuldenaar heeft de keuze gemaakt zijn vermogen in Marokko te verzwijgen en hierdoor de boedel, en daarmee zijn schuldeisers, te benadelen. De rechtbank is dan ook van oordeel dat schuldsaneringsregeling reeds op deze grond tussentijds beëindigd dient te worden.
Wat betreft de sollicitatieplicht overweegt de rechtbank als volgt. Als schuldenaar niet kan lezen en schrijven, rust op hem in ieder geval de plicht om in het kader van de schuldsaneringsregeling adequate hulp bij het solliciteren te organiseren. Dat het vragen van hulp bij schrijven van vier sollicitatiebrieven per maand te veel gevraagd is, zoals schuldenaar ter zitting heeft doen betogen, is niet aanstonds aannemelijk. Bovendien heeft daarbij te gelden dat van gedocumenteerde inspanningen om die hulp te regelen, op geen enkele wijze is gebleken. Als het schrijven van brieven niet mogelijk is, mag toch ten minste verwacht worden dat - al dan niet met hulp van derden - ten minste wordt bijgehouden met welk bedrijf is gebeld of welk bedrijf is bezocht, wanneer en met wie is gesproken, en over welke functie, alsmede een weergave van de inhoud van de gesprekken. Het enkel overleggen van een lijst met mondelinge sollicitaties acht de rechtbank onvoldoende om aan te tonen dat aan de sollicitatieplicht is voldaan. Ook om deze reden dient de schuldsaneringsregeling tussentijds beëindigd te worden
De rechtbank zal het salaris van de bewindvoerder en het bedrag van de door deze gemaakte kosten vaststellen. Het is de rechtbank gebleken dat er baten beschikbaar zijn om daaruit vorderingen geheel of gedeeltelijk te voldoen. De schuldenaar zal deswege, voor het geval dat deze uitspraak kracht van gewijsde krijgt, van rechtswege in staat van faillissement komen te verkeren. Om proceseconomische redenen zal reeds nu worden overgegaan tot het benoemen van een rechter-commissaris en het aanstellen van een curator.
BESLISSING:
De rechtbank:
- beëindigt de toepassing van de schuldsaneringsregeling van [schuldenaar] voornoemd;
- stelt het salaris van de bewindvoerder, N.L. Menso (ENNU), vast op € 1.228,94, inclusief de verschuldigde omzetbelasting;
- bepaalt dat de kosten van de in de Faillissementswet bevolen publicaties ad € 65,- ten laste komen van de boedel;
voor het geval dat deze uitspraak kracht van gewijsde krijgt zal in staat van faillissement verkeren:
[schuldenaar]
geboren op 1 januari 1949 te [geboorteplaats],
ten tijde van het uitspreken van de schuldsaneringsregeling
[woonadres]
- benoemt tot rechter-commissaris het lid van deze rechtbank mw.mr. F.A.M. Veraart en stelt aan als curator N.L. Menso, advocaat,
gevestigd te Den Haag, Postbus 45713,
2504 BC;
- geeft de curator last tot het openen van aan gefailleerde gerichte brieven en telegrammen.
Gewezen door mr. D.R. van der Meer en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 17 september 2009 in aanwezigheid van mr. K. Janssens, griffier.
Tegen deze uitspraak kan degene, aan wie de Faillissementswet dat recht toekent, uitsluitend via een advocaat binnen acht dagen na de dag van deze uitspraak hoger beroep instellen bij een verzoekschrift, in te dienen ter griffie van het gerechtshof te 's-Gravenhage.