ECLI:NL:RBSGR:2009:BK6558
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Toewijzing voorlopige voorziening in vreemdelingenzaak met betrekking tot mvv-vereiste en vertrouwensbeginsel
In deze zaak heeft verzoekster op 16 juni 2009 een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning regulier voor bepaalde tijd, met als doel verblijf bij haar partner. Bij besluit van 31 juli 2009 heeft de staatssecretaris van Justitie deze aanvraag afgewezen. Verzoekster heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar de staatssecretaris heeft het bezwaar ongegrond verklaard. Verzoekster heeft vervolgens op 2 augustus 2009 verzocht om een voorlopige voorziening, om te voorkomen dat zij zou worden uitgezet voordat er op haar bezwaar was beslist.
De voorzieningenrechter heeft op 25 november 2009 geoordeeld dat het belang van verzoekster om haar beroep in Nederland af te wachten zwaarder weegt dan het belang van de staatssecretaris bij het niet achterwege laten van de uitzetting. De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat verzoekster bij haar aanvraag een terugkeervisum had ontvangen, wat haar in de veronderstelling bracht dat zij vrijgesteld was van het mvv-vereiste. Dit leidde tot de conclusie dat de staatssecretaris in strijd heeft gehandeld met het vertrouwensbeginsel door het mvv-vereiste alsnog tegen te werpen.
De voorzieningenrechter heeft de voorlopige voorziening toegewezen, wat betekent dat de staatssecretaris verzoekster niet mag uitzetten totdat er een uitspraak is gedaan op het beroep. Daarnaast is de staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van verzoekster, die zijn vastgesteld op € 644,-, en is de staatssecretaris verplicht om het betaalde griffierecht van € 150,- te vergoeden. Deze uitspraak is gedaan door mr. J.I. de Vreese-Rood, voorzieningenrechter, en is openbaar uitgesproken in aanwezigheid van de griffier, mr. L.I. Siers.