ECLI:NL:RBSGR:2009:BK6067
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- B.W.P.M. Corbey-Smits
- E.J. Govaers
- J.M.H. Rijken-Lie
- Rechtspraak.nl
Beoordeling van de vergoeding voor contra-expertise taalanalyse in asielzaken
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 10 december 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de vergoeding van kosten voor een contra-expertise taalanalyse. Eiseres had bij verweerder, het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers, verzocht om vergoeding van kosten die zij had gemaakt voor een taalanalyse in twee fasen. Verweerder had echter slechts een deel van de kosten goedgekeurd, wat leidde tot het indienen van beroep door eiseres. De rechtbank heeft de zaak behandeld op 13 juli 2009, waarbij eiseres werd vertegenwoordigd door haar gemachtigde, mr. C.L.J.M. Wilhelmus, en verweerder door mr. F. Sepmeijer en mevrouw E. Snelleman.
De rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende had gemotiveerd dat de kosten voor de tweede fase van de contra-expertise, die in beginsel als noodzakelijke kosten kunnen worden aangemerkt, tot een maximum van EUR 800,- (exclusief BTW) konden worden beperkt. Eiseres had geen deugdelijke onderbouwing gegeven voor de kosten die door de Taalstudio in rekening waren gebracht. De rechtbank verwees naar eerdere uitspraken waarin soortgelijke vragen waren behandeld en concludeerde dat het besluit van verweerder rechtens houdbaar was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de beslissing van verweerder om de kosten te beperken werd bevestigd. De uitspraak benadrukt het belang van een goede onderbouwing van kosten in asielprocedures en de rol van de rechtbank in het toetsen van dergelijke besluiten.