ECLI:NL:RBSGR:2009:BK3758
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag van Somalische eiser en de beoordeling van taalanalyses
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 7 oktober 2009 uitspraak gedaan in het beroep van een Somalische eiser tegen de afwijzing van zijn aanvraag voor een verblijfsvergunning asiel. De eiser, geboren op 20 januari 1976, heeft verklaard dat hij behoort tot de Tumal clan en dat hij woonachtig is in de provincie Jubbada Hoose. Hij heeft van 1996 tot augustus 2006 als herder bij zijn ontvoerder moeten werken en heeft ernstige bedreigingen ondervonden van de familie van zijn ontvoerder. Na zijn vlucht naar Mogadishu en een huwelijk met een vrouw die al in Nederland woonde, heeft hij geprobeerd asiel aan te vragen in Nederland.
De Staatssecretaris van Justitie heeft de aanvraag afgewezen, onder verwijzing naar een taalanalyse van Bureau Land en Taal (BLT) die concludeerde dat de eiser niet herleidbaar was tot Zuid-Somalië, maar tot Noord-Somalië. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de contra-expertise van De Taalstudio, die concludeerde dat de eiser wel degelijk kan worden herleid tot Zuid-Somalië, voldoende gemotiveerd was. De rechtbank heeft vastgesteld dat de contra-expert voldoende concrete aanknopingspunten heeft gegeven voor twijfel aan de taalanalyse van BLT.
De rechtbank heeft geoordeeld dat het bestreden besluit onvoldoende zorgvuldig is voorbereid en onvoldoende is gemotiveerd. De rechtbank heeft het beroep van de eiser gegrond verklaard, het bestreden besluit vernietigd en de Staatssecretaris opgedragen om een nieuw besluit te nemen op de asielaanvraag van de eiser, met inachtneming van deze uitspraak. Tevens is de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de eiser tot een bedrag van € 644,--.