ECLI:NL:RBSGR:2009:BK3147

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
11 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/535383-09
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vrijspraak in diefstalzaak met betrekking tot kluis uit gemeentehuis

In de zaak van de verdachte, die op 6 maart 2009 beschuldigd werd van betrokkenheid bij de diefstal van een kluis uit een dependance van het gemeentehuis te [P], heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 11 november 2009 uitspraak gedaan. De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. S.F.J. Smeets, verscheen ter terechtzitting, waar de officier van justitie mr. P. Gruppelaar een gevangenisstraf van 44 dagen en een werkstraf van 120 uren eiste. De rechtbank heeft echter geoordeeld dat de bewijsvoering niet voldoende was om de verdachte te veroordelen. De telecommunicatiegegevens, die cruciaal waren voor de zaak, gaven aanleiding tot twijfels over de betrokkenheid van de verdachte. Hoewel zijn mobiele telefoon op het moment van de diefstal in de buurt van de plaats delict was, kon de verdachte niet met zekerheid worden gelinkt aan de diefstal. Hij verklaarde dat hij op de dag van de overval niet in [P] was en dat hij zijn telefoon had uitgeleend aan een onbekende. De rechtbank concludeerde dat er niet wettig en overtuigend bewijs was dat de verdachte de ten laste gelegde feiten had begaan, en sprak hem vrij. Tevens werd het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven. Deze uitspraak benadrukt het belang van voldoende bewijs in strafzaken en de noodzaak om aan de eisen van redelijke twijfel te voldoen.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer: 09/535383-09
Datum uitspraak: 11 november 2009
(Verkort vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1986,
adres: [adres].
De terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 28 oktober 2009.
De verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr S.F.J. Smeets, advocaat te Amsterdam, is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr P. Gruppelaar heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder primair ten laste gelegde wordt vrijgesproken en dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder subsidiair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een gevangenisstraf voor de duur van 44 dagen, met aftrek van de tijd in voorarrest doorgebracht, alsmede tot een werkstraf voor de duur van 120 uren, subsidiair 60 dagen vervangende hechtenis.
De tenlastelegging
Aan de verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 06 maart 2009 te [P] tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toeëigening heeft weggenomen een kluis (met inhoud), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de gemeente [P], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s), welke diefstal
werd voorafgegaan en/of vergezeld en/of gevolgd van geweld en/of bedreiging
met geweld tegen [X], gepleegd met het oogmerk om die diefstal voor
te bereiden en/of gemakkelijk te maken en/of om bij betrapping op heterdaad
aan zichzelf en/of aan zijn mededader(s) hetzij de vlucht mogelijk te maken,
hetzij het bezit van het gestolene te verzekeren, welk geweld en/of welke
bedreiging met geweld bestond(en) uit het (onverhoeds) van achteren bij de
schouders beetpakken van die [X] en/of (vervolgens) het vastpakken van
de armen/polsen van die [X] en/of het duwen van die [X] (de gang
in) en/of (vervolgens) het op de grond (op zijn rug) leggen van die [X]
en/of het (met tie-wraps) samenbinden van de handen van die [X] en/of het
(met veters) samenbinden van de voeten, althans de schoenen van die [X];
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 312 lid 2 ahf/sub 2 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 06 maart 2009 te [P] tezamen en in vereniging met
een ander of anderen, althans alleen, met het oogmerk van wederrechtelijke
toe-eigening heeft weggenomen een kluis (met inhoud), in elk geval enig goed,
geheel of ten dele toebehorende aan de gemeente [P], in elk geval aan
een ander of anderen dan aan verdachte en/of zijn mededader(s);
art 310 Wetboek van Strafrecht
art 311 lid 1 ahf/sub 4 Wetboek van Strafrecht
Vrijspraak
De rechtbank acht op grond van het onderzoek ter terechtzitting niet wettig en overtuigend bewezen hetgeen de verdachte bij dagvaarding onder primair en subsidiair is ten laste gelegd, zodat hij daarvan dient te worden vrijgesproken.
De rechtbank overweegt daartoe als volgt.
Voor beantwoording van de vraag of verdachte op 6 maart 2009 betrokken is geweest bij de diefstal van een kluis uit een dependance van het gemeentehuis te [P], zijn met name telecommunicatiegegevens van belang. Vast staat dat verdachte in februari 2009 de mobiele telefoon met IMEI nummer [nummer] en het telefoonnummer [nummer] in gebruik had.
Op het tijdstip van de overval, te weten 6 maart 2009 omstreeks 18.38 uur, is het voormelde telefoonnummer (met voormeld IMEI nummer) onder het bereik van zendmast [naam] te [P] nabij de betrokken dependance. Verdachte heeft hierover ter terechtzitting verklaard dat hij op 6 maart 2009 niet in [P] is geweest en zijn mobiele telefoon op die dag had uitgeleend aan een ander, van wie hij de identiteit niet bekend wil maken.
De rechtbank is van oordeel dat niet kan worden uitgesloten dat iemand anders dan verdachte de mobiele telefoon met IMEI nummer [nummer] en het nummer [nummer] op 6 maart 2009 in [P] voorhanden heeft gehad
Hoewel de telefoongegevens vragen oproepen, kan niet buiten redelijke twijfel worden vastgesteld dat verdachte op 6 maart 2009 als mededader betrokken is geweest bij de diefstal van een kluis uit de dependance van het gemeentehuis. Bij deze stand van zaken dient vrijspraak te volgen.
Beslissing
De rechtbank,
verklaart niet wettig en overtuigend bewezen dat de verdachte de bij dagvaarding onder primair en subsidiair ten laste gelegde feiten heeft begaan en spreekt de verdachte daarvan vrij;
heft op het geschorste bevel tot voorlopige hechtenis van de verdachte.
Dit vonnis is gewezen door:
mrs M. van Paridon, voorzitter,
J.A. van Dorp en S.A. Steinhauser, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. N. Breda, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 11 november 2009.