ECLI:NL:RBSGR:2009:BK3053
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag toelage op grond van de Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 oktober 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, een minderjarige vreemdeling van Azerbajdzjaanse nationaliteit, en het bestuur van het Centraal Orgaan Opvang Asielzoekers (COA). Eiseres had op 24 maart 2008 een aanvraag ingediend voor een financiële toelage op grond van de Regeling verstrekkingen bepaalde categorieën vreemdelingen (Rvb) over de maand februari 2008. Deze aanvraag werd door verweerder op 11 april 2008 afgewezen, omdat eiseres de aanvraag niet binnen de gestelde termijn van 14 dagen na het verstrijken van de maand februari had ingediend. Eiseres stelde echter dat zij niet op de hoogte was van deze termijn en dat dit een overmachtsituatie vormde.
De rechtbank oordeelde dat verweerder de aanvraag ten onrechte had afgewezen. Volgens de rechtbank vloeit uit artikel 9, eerste lid, van de Rvb voort dat de verplichting om de toelage aan te vragen pas ontstaat nadat aanspraak op de toelage is ontstaan. De rechtbank concludeerde dat eiseres reeds vóór februari 2008 aanspraak had op de toelage, aangezien zij eerder een toelage over januari 2008 had ontvangen. De rechtbank stelde vast dat het systeem dat verweerder hanteerde, waarbij aanvragen binnen twee weken na afloop van de maand moesten worden ingediend, geen basis vond in de wetgeving.
De rechtbank verklaarde het beroep van eiseres gegrond, vernietigde het bestreden besluit en droeg verweerder op om een nieuw besluit te nemen met inachtneming van deze uitspraak. De rechtbank merkte op dat er geen proceskosten waren die voor vergoeding in aanmerking kwamen. Deze uitspraak benadrukt het belang van duidelijke communicatie over termijnen en de rechten van vreemdelingen in het kader van de Rvb.