ECLI:NL:RBSGR:2009:BK2883

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
2 november 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
AWB 09/7590
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
  • M.D.J. van Reenen-Stroebel
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Schorsing van besluiten inzake functie toewijzing en bevordering in het ambtenarenrecht

In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 2 november 2009 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening. Verzoeker, vertegenwoordigd door mr. M.M. van Breet, had bezwaar gemaakt tegen besluiten die betrekking hadden op de toewijzing van een functie aan een andere persoon, [B], en zijn bevordering tot majoor der mariniers. Het verzoek was gericht op het voorkomen dat de functie per 1 november 2009 aan [B] zou worden toegewezen.

De voorzieningenrechter heeft op basis van artikel 8:83, vierde lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) zonder zitting uitspraak gedaan. De rechter overwoog dat er onomkeerbare gevolgen konden intreden in afwachting van de uitspraak op het verzoek om voorlopige voorziening. Daarom heeft de voorzieningenrechter besloten om de bestreden besluiten te schorsen tot het moment dat er uitspraak is gedaan op het verzoek om voorlopige voorziening.

De voorzieningenrechter heeft vastgesteld dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gedaan en er kan geen hoger beroep tegen deze uitspraak worden ingesteld. De zaak betreft bestuursrecht en ambtenarenrecht, en de beslissing heeft betrekking op de rechtsbescherming van de verzoeker in het kader van zijn ambtelijke functie.

Uitspraak

VOORZIENINGENRECHTER VAN DE RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector bestuursrecht
Afdeling 3
Reg.nr.: AWB 09/7590 MAW
UITSPRAAK ingevolge artikel 8:83 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb)
op het verzoek om voorlopige voorziening van
[A], wonende te [plaats], verzoeker,
gemachtigde mr. M.M. van Breet,
ter zake van
- de op 14 september 2009 gedane mondelinge mededeling dat de functie van [functie] bureau horizontale instroom/herintreders/reservisten (hierna: de geambieerde functie) niet aan verzoeker wordt toegewezen en verzoeker niet wordt bevorderd tot majoor der mariniers en
- de (gestelde) toewijzing van de geambieerde functie aan [B] per 1 november 2009.
Verzoeker heeft tegen deze besluiten bij brieven van 23 september 2009 bij verweerder bezwaar gemaakt. Voorts heeft hij de voorzieningenrechter verzocht een voorlopige voorziening te treffen.
I OVERWEGINGEN
1.De voorzieningenrechter doet op grond van artikel 8:83, vierde lid, van de Awb uitspraak zonder zitting.
2.Het verzoek is er op gericht dat de geambieerde functie niet per 1 november 2009 aan [B] wordt toegewezen.
3.Verweerder heeft op 29 oktober 2009 medegedeeld niet bereid te zijn om de rechtsgevolgen van de bestreden besluiten op te schorten tot de voorzieningenrechter uitspraak heeft gedaan omdat overdracht van de betreffende werkzaamheden aan [B] heeft plaatsgevonden en [B] inmiddels de geambieerde functie vervult.
Uit een zich onder de gedingstukken bevindend e-mailbericht van CZSK/PERSONEEL/ STAF/P&O aan CDC/JDV, verzonden op 29 oktober 2009 om 16:42 uur, blijkt dat nog geen functietoewijzingsbesluit is gezonden aan [B] en dat dit mogelijk eerst kan worden doorgevoerd in PeopleSoft nadat de aanstelling van [B] is gewijzigd van reservist naar militair.
De voorzieningenrechter overweegt dat in afwachting van een uitspraak op het verzoek om een voorlopige voorziening onomkeerbare gevolgen kunnen intreden. Derhalve bestaat aanleiding om de bestreden besluiten te schorsen tot het tijdstip dat uitspraak is gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening. Een zittingsdatum zal nader worden bepaald.
4.Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.
IIBESLISSING
De voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage,
RECHT DOENDE:
schorst de bestreden besluiten tot het tijdstip dat uitspraak is gedaan op het verzoek om een voorlopige voorziening.
Aldus vastgesteld door mr. M.D.J. van Reenen-Stroebel, als voorzieningenrechter, in tegenwoordigheid van de griffier A.J. Faasse - van Rossum.
Uitgesproken in het openbaar op 2 november 2009.
RECHTSMIDDEL
Tegen deze uitspraak kan geen hoger beroep worden ingesteld.