ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1330
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Belastingheffing op opbrengst uit participatie in teakhoutplantage in Brazilië
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 16 oktober 2009 uitspraak gedaan in een belastingkwestie waarbij eiser, [X], in beroep ging tegen de aanslag inkomstenbelasting en premie volksverzekeringen voor het jaar 2006. Eiser had een participatie in een teakhoutplantage in Brazilië en stelde dat deze participatie moest worden aangemerkt als een maatschappelijke belegging, wat zou leiden tot een vrijstelling van belasting. De inspecteur van de Belastingdienst, verweerder, had de aanslag opgelegd en de heffingskorting voor maatschappelijke beleggingen vastgesteld, maar dit werd door eiser betwist.
De rechtbank oordeelde dat de participatie in de teakhoutplantage niet kon worden aangemerkt als een maatschappelijke belegging, omdat deze niet voldeed aan de criteria die in de Wet inkomstenbelasting 2001 zijn vastgesteld. De rechtbank stelde vast dat de participatie geen verband hield met een bij ministeriële regeling aangewezen groenfonds, wat essentieel was voor de vrijstelling. Daarnaast werd ook de vraag of de participatie recht gaf op een vrijstelling ter voorkoming van dubbele belasting onderzocht. Eiser stelde dat de participatie als onroerend goed moest worden beschouwd volgens het belastingverdrag tussen Nederland en Brazilië, maar de rechtbank oordeelde dat er geen sprake was van inkomsten uit onroerend goed.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond, wat betekent dat de aanslag en de heffingskorting zoals door de inspecteur vastgesteld, werden gehandhaafd. De rechtbank zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak werd openbaar uitgesproken op 16 oktober 2009, en partijen hebben de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof te 's-Gravenhage.