ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1182
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- W.J. Don
- A.W. Spee
- Rechtspraak.nl
Doorhaling van inschrijving echtscheidingsbeschikking in de registers van de Burgerlijke Stand
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 31 augustus 2009 uitspraak gedaan over het verzoek van de man tot doorhaling van de inschrijving van een echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. De man betoogde dat de rechtbank Rotterdam geen internationale rechtsmacht had om het echtscheidingsverzoek van de vrouw te behandelen, omdat zij op het moment van indiening in [plaats A] woonachtig was en niet in [plaats B]. De vrouw daarentegen stelde dat de rechtbank Rotterdam wel bevoegd was, aangezien zij de Nederlandse nationaliteit heeft en meer dan zes maanden in Nederland woonde op het moment van indiening.
De rechtbank oordeelde dat het gesloten stelsel van rechtsmiddelen niet toestaat dat deze procedure als een verkapt hoger beroep wordt gebruikt. De rechtbank kon daarom niet ingaan op de rechtsmacht van de rechtbank Rotterdam. Daarnaast voerde de man aan dat de echtscheidingsbeschikking niet rechtsgeldig aan hem was betekend, waardoor deze niet in kracht van gewijsde was gegaan. De vrouw betwistte dit en stelde dat zij de beschikking correct had gepubliceerd in de Staatscourant.
De rechtbank concludeerde dat de betekening van de echtscheidingsbeschikking niet op de juiste wijze had plaatsgevonden, omdat de man op het moment van betekening niet op het adres in [plaats B] verbleef, maar in [plaats A]. Hierdoor was de echtscheidingsbeschikking niet rechtsgeldig betekend en kon deze niet in kracht van gewijsde gaan. De rechtbank gelastte daarom de doorhaling van de akte van inschrijving van de echtscheidingsbeschikking in de registers van de burgerlijke stand. Tevens werd bepaald dat iedere partij zijn eigen proceskosten draagt.