ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1095
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en een vader over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van hun minderjarige kinderen. De zaak is behandeld naar aanleiding van een verzoek van de moeder, dat op 7 mei 2008 was ingediend, en een zelfstandig verzoek van de vader. Tijdens de zitting op 29 mei 2009 waren beide partijen aanwezig, vergezeld door hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding per 1 maart 2009 in werking is getreden, wat invloed heeft op de beoordeling van de verzoeken.
De moeder heeft betoogd dat de huidige contactregeling niet werkbaar is en dat de kinderen gebaat zijn bij een vereenvoudigde regeling. De vader daarentegen heeft gesteld dat de huidige regeling goed verloopt en in het belang van de kinderen is. De Raad voor de Kinderbescherming heeft benadrukt dat goede communicatie tussen de ouders essentieel is voor het welzijn van de kinderen.
De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de communicatie tussen de ouders problematisch is, er geen objectieve gronden zijn om de huidige contactregeling te wijzigen. De rechtbank heeft de bestaande regeling gehandhaafd, waarbij de kinderen bij de vader verblijven van dinsdagmiddag tot maandagochtend om de veertien dagen. De rechtbank heeft partijen aangespoord om hun communicatie te verbeteren en heeft hen erop gewezen dat zij verantwoordelijk blijven voor de opvoeding van hun kinderen, ondanks hun echtscheiding. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en iedere partij draagt zijn eigen proceskosten.