ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1095

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
26 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
310925/FARK 08-3656
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Personen- en familierecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van de verdeling van zorg- en opvoedingstaken na echtscheiding

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 26 juni 2009 uitspraak gedaan in een geschil tussen een moeder en een vader over de verdeling van zorg- en opvoedingstaken van hun minderjarige kinderen. De zaak is behandeld naar aanleiding van een verzoek van de moeder, dat op 7 mei 2008 was ingediend, en een zelfstandig verzoek van de vader. Tijdens de zitting op 29 mei 2009 waren beide partijen aanwezig, vergezeld door hun advocaten en een vertegenwoordiger van de Raad voor de Kinderbescherming. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding per 1 maart 2009 in werking is getreden, wat invloed heeft op de beoordeling van de verzoeken.

De moeder heeft betoogd dat de huidige contactregeling niet werkbaar is en dat de kinderen gebaat zijn bij een vereenvoudigde regeling. De vader daarentegen heeft gesteld dat de huidige regeling goed verloopt en in het belang van de kinderen is. De Raad voor de Kinderbescherming heeft benadrukt dat goede communicatie tussen de ouders essentieel is voor het welzijn van de kinderen.

De rechtbank heeft geconcludeerd dat, hoewel de communicatie tussen de ouders problematisch is, er geen objectieve gronden zijn om de huidige contactregeling te wijzigen. De rechtbank heeft de bestaande regeling gehandhaafd, waarbij de kinderen bij de vader verblijven van dinsdagmiddag tot maandagochtend om de veertien dagen. De rechtbank heeft partijen aangespoord om hun communicatie te verbeteren en heeft hen erop gewezen dat zij verantwoordelijk blijven voor de opvoeding van hun kinderen, ondanks hun echtscheiding. De beschikking is uitvoerbaar bij voorraad verklaard en iedere partij draagt zijn eigen proceskosten.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 08-3656
Zaaknummer: 310925
Datum beschikking: 26 juni 2009
Verdeling van de zorg- en opvoedingstaken
Beschikking op het op 7 mei 2008 ingekomen verzoek van:
[verzoekster],
de moeder,
wonende te [plaats A],
advocaat: mr. A.A.G. Balkenende te Katwijk.
Als belanghebbende wordt aangemerkt:
[belanghebbende],
de vader,
wonende[plaats D]aats B],
advocaat: mr. E.M.H. Alkemade te 's-Gravenhage.
Procedure
Bij beschikking van 7 mei 2008 van deze rechtbank zijn partijen naar de voor hen bekende mediator doorverwezen om te trachten hun geschil omtrent de tussen hen verstoorde communicatie en de omgangsregeling tussen de vader en de minderjarigen
- [A], geboren op [datum] 1998 te [plaats C] en
- [B], geboren op [datum] 2001 te [plaats D],
tot een oplossing te brengen.
De rechtbank heeft wederom kennis genomen van de stukken, waaronder thans ook:
- de fax d.d. 11 februari 2009 van de zijde van de moeder;
- de brief d.d. 18 februari 2009 van de zijde van de vader;
- de brief met bijlagen d.d. 15 mei 2009 van de zijde van de moeder;
- de brief met bijlagen d.d. 18 mei 2009 van de zijde van de moeder;
- de brief met bijlagen d.d. 19 mei 2009 van de zijde van de vader,
- de brief met bijlagen d.d. 20 mei 2009 van de zijde van de moeder.
Op 29 mei 2009 is de zaak ter terechtzitting van deze rechtbank behandeld. Hierbij zijn verschenen: beide partijen met hun advocaten, alsmede mevrouw M. Versteeg namens de Raad voor de Kinderbescherming (hierna: de raad). Van de zijde van de vader zijn pleitnotities overgelegd.
Beoordeling
De rechtbank handhaaft al hetgeen bij genoemde beschikking is overwogen en beslist.
Per 1 maart 2009 is de Wet bevordering voortgezet ouderschap en zorgvuldige scheiding (Stb. 2008, 500) in werking getreden. Nu in deze wet geen overgangsrecht is opgenomen, heeft deze wet onmiddellijke werking. Gelet hierop zal de rechtbank het verzoek van de moeder en zelfstandig verzoek van de vader opvatten als verzoeken tot wijziging van de regeling aangaande de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken (hierna: contactregeling).
De moeder heeft - kort en zakelijk weergegeven - gesteld dat de minderjarigen gebaat zijn bij een vereenvoudigde contactregeling en daartoe ondermeer het volgende naar voren gebracht. Hoewel de bij beschikking van 7 november 2008 vastgestelde voorlopige contactregeling minder wisselmomenten kent, brengt deze regeling geen verlichting, omdat deze contactregeling ruimer is dan de regeling zoals deze in het echtscheidingsconvenant is opgenomen. Dit is niet werkbaar omdat er met deze regeling nog altijd veel overleg tussen partijen noodzakelijk is. Partijen kunnen geen afspraken maken waaraan zij zich kunnen houden. Hierbij komt dat de contacten tussen partijen regelmatig tot escalaties leiden.
De vader heeft - kort en zakelijk weergegeven - gesteld dat de huidige contactregeling goed verloopt en in het belang van de minderjarigen is. Nu de communicatie tussen partijen niet goed te noemen is, heeft de vader getracht de rechtstreekse communicatie met de moeder tot het minimale te beperken. Gelet op de slechte verhoudingen acht de vader het belangrijk dat er een ouderschapsplan wordt opgesteld, zodat er een kader is waarbinnen overlegd en beslist wordt.
De raad heeft ter terechtzitting naar voren gebracht dat de minderjarigen de dupe dreigen te raken van de slechte communicatie tussen partijen. Goede communicatie is onontbeerlijk, temeer nu de opvoeding van de minderjarigen nagenoeg gelijkelijk verdeeld is tussen partijen en hiermee meer communicatie tussen partijen vereist is. De raad heeft partijen dan ook dringend in overweging gegeven de communicatie te verbeteren, nu niet alle zaken aangaande de minderjarigen vastgelegd kunnen worden.
De rechtbank overweegt als volgt.
De rechtbank constateert dat de communicatie tussen partijen slecht is. Voorts is het de rechtbank gebleken dat partijen zelf problemen ervaren met de contactregeling. Evenwel zijn er naar het oordeel van de rechtbank geen objectief verifieerbare stellingen aangevoerd, die er op duiden dat de huidige contactregeling niet in het belang van de minderjarigen is. Bovendien zou een wijziging van de huidige contactregeling van grote invloed zijn op de minderjarigen - nu zij al geruime tijd zeer regelmatig bij zowel de moeder als de vader verblijven - hetgeen niet in het belang van de minderjarigen wordt geacht. Derhalve zal de rechtbank bepalen dat de contactregeling zoals deze bij beschikking van 7 november 2008 is vastgesteld, gehandhaafd blijft.
Partijen zullen te allen tijde over belangrijke aangelegenheden die de minderjarigen betreffen de noodzakelijke besprekingen met elkaar moeten voeren. Temeer nu de zorg en opvoedingstaken gelijkelijk zijn verdeeld over partijen. De rechtbank acht het niet in het belang van de minderjarigen om een gedetailleerde regeling inzake het gezamenlijk gezag en de over en weer te verschaffen informatie vast te stellen, aangezien duidelijk moge zijn dat niet bij voorbaat alle eventuele twistpunten kunnen worden overzien. De rechtbank overweegt dat partijen, in het belang van hun kinderen, zich naar elkaar betrouwbaar zullen moeten opstellen. Daarnaast zal een zekere flexibiliteit ten opzichte van elkaar zijn vereist. Hun huwelijk is weliswaar ten einde, maar hun relatie als ouders van twee kinderen duurt voort en brengt verantwoordelijkheden met zich mee. Naar het oordeel van de rechtbank is het dan ook aan partijen zelf om een oplossing te vinden voor hun communicatieprobleem, zonodig met inschakeling van een deskundige, opdat hun kinderen onbelemmerd contact met beide ouders kunnen onderhouden.
Beslissing
De rechtbank - met wijziging in zoverre van het echtscheidingsconvenant van 21 mei 2007:
* bepaalt dat de minderjarigen
- [A], geboren op [datum] 1998 te [plaats C] en
- [B], geboren op [datum] 2001 te [plaats D],
bij de vader zullen zijn:
eenmaal per veertien dagen van dinsdagmiddag uit school tot maandagochtend naar
school, te beginnen op dinsdag 7 juli 2009;
* verklaart deze regeling inzake de verdeling van de zorg- en opvoedingstaken uitvoerbaar bij voorraad;
* bepaalt dat iedere partij de eigen proceskosten draagt;
* wijst af het meer of anders verzochte;
Deze beschikking is gegeven door mr. M. Dam, kinderrechter, bijgestaan door
mr. C.J.M. Manders als griffier, en uitgesproken ter openbare terechtzitting van
26 juni 2009.