ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1063

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
29 juni 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
320158/FARK 08-7503
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Vaststelling van vaderschap en aanhouding voor overleggen van stukken

In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 29 juni 2009 een beschikking gegeven inzake de vaststelling van het vaderschap van een man met betrekking tot een kind. Het verzoekschrift, ingediend op 23 september 2008, strekt ertoe het vaderschap van de man vast te stellen en de geslachtsnaam van het kind te laten luiden als [C]. De moeder van het kind heeft als grond voor haar verzoek aangevoerd dat de man de verwekker van het kind is, ondersteund door een rapport van Verilabs Nederland B.V. dat met 99,999% zekerheid aantoont dat de man de biologische vader is.

De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en de man beiden in Nederland wonen, waardoor de Nederlandse rechter bevoegd is om van het verzoek kennis te nemen. De moeder heeft haar verzoek tijdig ingediend, binnen vijf jaar na de geboorte van het kind. De bijzonder curator heeft in zijn verweerschrift en ter zitting gesteld dat de vaststelling van het vaderschap in het belang van het kind is. De man heeft geen verweer gevoerd en samen met de moeder verzocht om de geslachtsnaam van het kind te laten luiden als [C].

De rechtbank heeft overwogen dat op grond van artikel 1:207, lid 2, BW de vaststelling van het vaderschap niet kan plaatsvinden zolang het kind twee ouders heeft. Dit betekent dat de beslissing tot vaststelling van het vaderschap pas kan worden genomen nadat de geboorteakte van het kind is verbeterd. De rechtbank heeft daarom de behandeling van het verzoek pro forma aangehouden tot 1 januari 2010, zodat de moeder de gelegenheid krijgt om een verbeterde geboorteakte over te leggen. De beschikking is gegeven door mr. J.A. van Steen en uitgesproken ter openbare terechtzitting.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector familie- en jeugdrecht
Enkelvoudige kamer
Rekestnummer: FA RK 08-7503
Zaaknummer: 320158
Datum beschikking: 29 juni 2009
Vaststelling vaderschap
BESCHIKKING op het op 23 september 2008 ingekomen verzoekschrift van:
[verzoekster]
de moeder,
wonende te [plaats A],
advocaat mr. F. Arslan te 's-Gravenhage.
Als belanghebbenden worden aangemerkt:
[belanghebbende],
de man,
wonende te [plaats B]
en
[de minderjarige]
het kind,
wonende te [plaats A],
in rechte vertegenwoordigd door mr. H.D. Gelderloos, advocaat te 's-Gravenhage, in de hoedanigheid van bijzonder curator.
Feiten
* Op [datum] 2008 is uit de moeder geboren: [de minderjarige]. In de geboorteakte van het kind is [de heer B] opgenomen als de vader van het kind. De moeder heeft de geboorte bij de ambtenaar aangegeven.
* De moeder en [de heer B] zijn sinds in september 2005 te Somalië met elkaar gehuwd. Het huwelijk is op 2 september 2008 door echtscheiding ontbonden.
* Bij beschikking d.d. 29 juni 2009 van deze rechtbank, geregistreerd onder nummer 321366/FA RK 08-7981, gegeven ter zake van het verzoek van de moeder tot gegrondverklaring van haar ontkenning dat [de heer B] de juridische vader van het kind is, heeft de rechtbank onder meer het volgende overwogen: "Naar haar oordeel is er sprake van een huwelijk tussen de moeder en de man en dient het kind, ingevolge Somalisch recht, te worden aangemerkt als onwettig. Dit leidt tot de conclusie dat de man, hoewel hij in de geboorteakte als zodanig is opgenomen, niet de juridische vader van het kind is. De gegrondverklaring van de ontkenning van het vaderschap kan -nu de man naar Somalisch recht niet de juridische vader van het kind is- niet aan de orde zijn. De moeder heeft derhalve geen belang bij haar verzoek. Voor de moeder, danwel de ambtenaar, staat de weg open om op grond van respectievelijk artikel 1:24 lid 1, BW of 1:24a BW de geboorteakte van het kind in die zin te (laten) verbeteren. "
* Het kind is door niemand erkend.
* Het kind komt niet voor in het gezagsregister van deze rechtbank.
* De moeder en het kind hebben een onbekende nationaliteit.
* De man heeft een onbekende en de Nederlandse nationaliteit.
Procedure
Het verzoekschrift -zoals dat thans luidt- strekt ertoe dat de rechtbank zal het vaderschap van de man met betrekking tot het kind zal vaststellen en dat de geslachtsnaam van het kind zal luiden: [C].
Bij beschikking d.d. 3 november 2008 van deze rechtbank is mr. H.D. Gelderloos voornoemd tot bijzonder curator over het kind benoemd.
Op 5 december 2008 is het verweerschrift van de bijzonder curator ingekomen.
Ingekomen is een brief d.d. 13 maart 2009 van de zijde van de moeder. Als bijlage bij deze brief gaat een rapport van vaderschapsonderzoek d.d. 6 januari 2009 opgemaakt door Verilabs Nederland B.V. te Leiden (hierna: Verilabs).
Ingekomen is voorts een brief d.d. 16 april 2009 van de bijzonder curator.
Op 18 mei 2009 is de zaak ter terechtzitting behandeld.
Hierbij zijn verschenen: de moeder, vergezeld van een tolk, haar advocaat, de man en de bijzonder curator.
Beoordeling
De hiervoor vermelde feiten vinden bevestiging in door de moeder overgelegde bescheiden en staan in rechte vast.
Nu de moeder in Nederland woonachtig is, is de Nederlandse rechter op de voet van artikel 3 sub a van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering bevoegd van het verzoek kennis te nemen.
Op de voet van het bepaalde in artikel 6, lid 1, van de Wet conflictenrecht afstamming wordt de vraag of en onder welke voorwaarden het vaderschap van een man gerechtelijk kan worden vastgesteld, bepaald door het recht van de staat van de gemeenschappelijke nationaliteit van de man en de moeder of, indien dit ontbreekt, door het recht van de staat van hun gemeenschappelijke gewone verblijfplaats of, indien ook dit ontbreekt, door het recht van de staat van de gewone verblijfplaats van het kind, te beoordelen naar het tijdstip van indiening van het verzoek.
Nu de moeder en de man beiden in Nederland woonachtig zijn is Nederlands recht op het verzoek van toepassing.
De moeder heeft haar verzoek binnen vijf jaar na geboorte van het kind, derhalve tijdig, ingediend. Zij zal in haar verzoek worden ontvangen.
De moeder heeft als grond voor haar verzoek aangevoerd dat de man de verwekker van het kind is. Ter staving van deze stelling heeft zij een door Verilabs opgemaakt rapport van vaderschapsonderzoek overgelegd waaruit blijkt dat met 99,999% zekerheid is aangetoond dat [belanghebbende] de biologische vader van het kind is.
De bijzonder curator heeft in zijn verweerschrift en ter terechtzitting gesteld dat de vaststelling van het vaderschap van de man het meest in het belang van het kind moet worden geacht.
De man heeft schriftelijk en ter terechtzitting gesteld geen verweer te zullen voeren. Tezamen met de moeder verzoekt hij de geslachtsnaam van het kind [C] te laten luiden.
De rechtbank overweegt als volgt. Op grond van het gestelde in artikel 1:207, lid 2, BW kan de vaststelling van het vaderschap niet geschieden indien het kind twee ouders heeft. Dit brengt met zich dat de beslissing tot vaststelling van het vaderschap van de man eerst kan worden genomen nadat de geboorteakte van het kind is verbeterd zoals hiervoor reeds omschreven. De rechtbank zal derhalve een beslissing pro forma aanhouden teneinde de moeder in de gelegenheid te stellen een verbeterde geboorteakte over te leggen, en beslist als volgt.
Beslissing:
De rechtbank:
bepaalt dat de behandeling van het verzoek wordt aangehouden tot 1 januari 2010 pro forma teneinde de moeder in de gelegenheid te stellen een verbeterde geboorteakte van het kind over te leggen.
Deze beschikking is gegeven door mr. J.A. van Steen en uitgesproken ter openbare terechtzitting van 29 juni 2009 in tegenwoordigheid van V. van den Hoed-Koreneef griffier.