ECLI:NL:RBSGR:2009:BK1056
Rechtbank 's-Gravenhage
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening inzake herplaatsingskandidaat bij reorganisatie Provincie Zuid-Holland
In deze zaak heeft de voorzieningenrechter van de rechtbank 's-Gravenhage op 16 oktober 2009 uitspraak gedaan over een verzoek om een voorlopige voorziening van een ambtenaar, verzoeker, die in dienst was van de provincie Zuid-Holland. Verzoeker was sinds 1978 in dienst en vervulde sinds 1982 de functie van bureauhoofd. Door een reorganisatie werden twee bureaus samengevoegd, wat leidde tot een reductie van het aantal bureauhoofden. Verzoeker werd niet benoemd in de nieuwe functie van bureauhoofd en maakte bezwaar tegen dit besluit. Hij verzocht de voorzieningenrechter om een voorlopige voorziening, omdat hij vreesde dat hij als herplaatsingskandidaat zou worden aangewezen, wat zijn kansen op de nieuwe functie zou verkleinen.
De voorzieningenrechter overwoog dat het oordeel voorlopig van aard is en niet bindend voor de bodemprocedure. De rechter stelde vast dat verzoeker niet kon aantonen dat er sprake was van een spoedeisend belang. De argumenten van verzoeker waren niet voldoende om aan te tonen dat het wachten op een beslissing op bezwaar onaanvaardbare gevolgen zou hebben. De rechter concludeerde dat schorsing van het besluit niet zou voorkomen dat de nieuwe functie aan een ander zou worden toegewezen. Daarom werd het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen.
De uitspraak benadrukt het belang van het aantonen van spoedeisend belang in zaken van voorlopige voorzieningen en de beperkingen van de rechterlijke toetsing in dergelijke procedures. De voorzieningenrechter heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd en verklaarde dat tegen deze uitspraak geen hoger beroep mogelijk is.