ECLI:NL:RBSGR:2009:BK0429
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- E. Timmermans
- S.M. Borkent
- M.C. Bruining
- Rechtspraak.nl
Vrijspraak in jeugdstrafzaak wegens onvoldoende bewijs van betrokkenheid bij geweld
Op 5 oktober 2009 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een jeugdstrafzaak tegen een verdachte, bijgestaan door zijn raadsman mr. P.J.W. de Water. De officier van justitie, mr. A.M.A. Keulen, had gevorderd dat de verdachte vrijgesproken zou worden van de hem ten laste gelegde feiten. De rechtbank heeft geoordeeld dat er onvoldoende bewijs was om aan te tonen dat de verdachte strafbare betrokkenheid had bij de gewelddadigheden jegens het slachtoffer. De tenlastelegging omvatte onder andere pogingen tot doodslag en zware mishandeling, maar de rechtbank concludeerde dat de feiten niet wettig en overtuigend bewezen konden worden.
De zitting vond plaats met gesloten deuren op 21 september 2009, waarbij ook de zaken van vier medeverdachten werden behandeld. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte op of omstreeks 21 maart 2009 in [P] betrokken zou zijn geweest bij een gewelddadige aanval op het slachtoffer, maar heeft geconcludeerd dat de uitvoering van het voorgenomen misdrijf niet was voltooid. De rechtbank heeft de verdachte uiteindelijk vrijgesproken van alle ten laste gelegde feiten, omdat er onvoldoende bewijs was voor zijn betrokkenheid.
De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer van kinderrechters, bestaande uit mr. E. Timmermans als voorzitter, mr. drs. S.M. Borkent en mr. M.C. Bruining. De rechtbank heeft in haar vonnis benadrukt dat de beslissing is genomen op basis van het onderzoek ter terechtzitting en dat de vrijspraak is gebaseerd op het gebrek aan bewijs voor de strafbare feiten.