ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ8439

Rechtbank 's-Gravenhage

Datum uitspraak
28 augustus 2009
Publicatiedatum
5 april 2013
Zaaknummer
09/530002-09
Instantie
Rechtbank 's-Gravenhage
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Strafrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - meervoudig
Rechters
  • M. van Kooten
  • A. Donker
  • J. Lely
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Poging tot ontuchtige handelingen met minderjarige

Op 28 augustus 2009 heeft de Rechtbank 's-Gravenhage uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 26 september 2008 heeft gepoogd ontuchtige handelingen te verrichten met een minderjarig meisje van 15 jaar. Het incident vond plaats tussen 04:00 en 05:00 uur, terwijl het meisje kranten bezorgde. De verdachte benaderde haar en deed meerdere ongepaste voorstellen, waaronder expliciete seksuele opmerkingen. Hij volgde haar op de fiets en probeerde zijn broek open te maken, wat leidde tot een gevoel van bedreiging bij het slachtoffer.

Tijdens de terechtzitting op 14 augustus 2009 eiste de officier van justitie een werkstraf van 180 uren en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden. De rechtbank oordeelde dat de verdachte schuldig was aan de poging tot ontuchtige handelingen en dat de ernst van het feit en de omstandigheden, waaronder de eerdere veroordelingen van de verdachte voor zedendelicten, een passende straf vereisten.

De rechtbank legde een werkstraf op van 100 uren, met een vervangende hechtenis van 50 dagen, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 2 jaar. De rechtbank benadrukte dat de voorwaardelijke straf bedoeld was om de verdachte te weerhouden van herhaling van dergelijke feiten. De uitspraak werd gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.

Uitspraak

RECHTBANK 'S-GRAVENHAGE
Sector strafrecht
Meervoudige kamer
Parketnummer 09/530002-09
Datum uitspraak: 28 augustus 2009
(Verkort vonnis)
De rechtbank 's-Gravenhage, rechtdoende in strafzaken, heeft het navolgende vonnis gewezen in de zaak van de officier van justitie tegen de verdachte:
[verdachte],
geboren te [geboorteplaats] op [geboortedatum] 1973,
adres: [adres]
De terechtzitting
Het onderzoek is gehouden ter terechtzitting van 14 augustus 2009.
De verdachte is ter terechtzitting verschenen en gehoord.
De officier van justitie mr. P.M. Gruppelaar heeft gevorderd dat verdachte ter zake van het hem bij dagvaarding onder primair ten laste gelegde wordt veroordeeld tot een werkstraf voor de duur van 180 uren, subsidiair 90 dagen hechtenis, alsmede een gevangenisstraf voor de duur van 3 maanden voorwaardelijk met een proeftijd van 2 jaren.
De tenlastelegging
Aan verdachte is ten laste gelegd dat:
hij op of omstreeks 26 september 2008 te [P] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [X], geboren op [geboortedatum] 1992, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, een of meer ontuchtige handeling(en) te plegen, bij die [X] is gaan staan, althans die [X] heeft benaderd en/of toen (meermalen) tegen die [X] heeft gezegd "Wil je lekker met me neuken" en/of "Wil je met me meegaan naar de [straat], daar woon ik", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens) achter die [X] is aangefietst en/of (vervolgens) tegen die [X] heeft gezegd "Mijn lul is stijf" en/of (daarbij) zijn broek heeft opengemaakt, althans geprobeerd heeft open te maken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid;
art 247 Wetboek van Strafrecht
Subsidiair, indien het vorenstaande niet tot een bewezenverklaring en/of een veroordeling mocht of zou kunnen leiden:
hij op of omstreeks 26 september 2008 te [P] [X] heeft bedreigd met verkrachting en/of feitelijke aananding van de eerbaarheid, immers heeft hij, verdachte, opzettelijk dreigend die [X] (onverhoeds) benaderd en/of heeft hij toen (meermalen) tegen die [X] gezegd "Wil je lekker met me neuken" en/of "Wil je met me meegaan naar de [straat], daar woon ik", althans woorden van gelijke aard of strekking en/of (vervolgens) is hij, verdachte, achter die [X] aangefietst en/of heeft hij, verdachte, (vervolgens) tegen die [X] gezegd "Mijn lul is stijf" en/of heeft hij, verdachte, (daarbij) zijn broek opengemaakt, althans geprobeerd zijn broek open te maken;
art 285 lid 1 Wetboek van Strafrecht
De bewijsmiddelen
De rechtbank grondt haar overtuiging dat verdachte het bewezenverklaarde heeft begaan op de feiten en omstandigheden die in de bewijsmiddelen zijn vervat en die reden geven tot de bewezenverklaring.
De bewezenverklaring
Door de voormelde inhoud van vorenstaande bewijsmiddelen staan de daarin genoemde feiten en omstandigheden vast. Op grond daarvan acht de rechtbank bewezen en is zij tot de overtuiging gekomen dat verdachte het op de dagvaarding onder primair ten laste gelegde feit heeft begaan, met dien verstande, dat de rechtbank bewezen acht - en als hier ingelast beschouwt, zulks met verbetering van eventueel in de tenlastelegging voorkomende type- en taalfouten, zoals weergegeven in de bewezenverklaring, door welke verbetering verdachte niet in de verdediging is geschaad - dat:
hij op 26 september 2008 te [P] ter uitvoering van het door verdachte voorgenomen misdrijf om met [X], geboren op [geboortedatum] 1992, die toen de leeftijd van zestien jaren nog niet had bereikt, buiten echt, ontuchtige handelingen te plegen, bij die [X] is gaan staan en toen meermalen tegen die [X] heeft gezegd "Wil je lekker met me neuken" en "Wil je met me meegaan naar de [straat], daar woon ik" en vervolgens achter die [X] is aangefietst en vervolgens tegen die [X] heeft gezegd "Mijn lul is stijf" en daarbij zijn broek geprobeerd heeft open te maken, terwijl de uitvoering van dat voorgenomen misdrijf niet is voltooid
Strafbaarheid van het bewezenverklaarde en van de verdachte
Het bewezenverklaarde is volgens de wet strafbaar.
Verdachte is deswege strafbaar, nu geen strafuitsluitingsgronden aannemelijk zijn geworden.
Strafmotivering
Na te melden straffen zijn in overeenstemming met de ernst van het gepleegde feit, de omstandigheden waaronder dit is begaan en gegrond op de persoon en de persoonlijke omstandigheden van verdachte, zoals daarvan tijdens het onderzoek ter terechtzitting is gebleken.
Voorts wordt in het bijzonder het volgende in aanmerking genomen.
Verdachte heeft op 26 september 2008 gepoogd om met [X], die op dat moment 15 jaar oud was, buiten echt ontuchtige handelingen te plegen. [X] was op voornoemde datum tussen 04:00 uur en 05:00 uur bezig met het bezorgen van kranten. Verdachte is bij haar gaan staan en heeft meermalen tegen haar gezegd: “Wil je lekker met me neuken”, “Wil je met me meegaan naar de [straat], daar woon ik” en “Mijn lul is stijf”. Verdachte is tevens achter [X] aangefietst en heeft geprobeerd om zijn broek open te maken.
Voornoemde uitlatingen en handelingen moeten zeer bedreigend voor [X] zijn geweest, temeer nu verdachte meermalen achter [X] is aangefietst en gelet op het tijdstip waarop het incident heeft plaatsgevonden. Uit de verklaring van [X] blijkt ook dat zij bang is geweest. [X] is de galerij van een flat opgegaan en durfde pas weer naar beneden te gaan toen zij daar haar moeder zag lopen. Voorts is haar moeder na het incident meegegaan om de kranten te bezorgen, hetgeen haar moeder voorlopig zou blijven doen.
Blijkens een op naam van verdachte staand uittreksel uit het Justitieel Documentatieregister d.d. 5 december 2008, dat 17 bladzijden telt, is verdachte in 2000 en in 1998 ook al veroordeeld wegens zedendelicten. Verdachte heeft daar kennelijk geen lering uit getrokken.
Gelet op het vorenstaande, is de rechtbank van oordeel dat een werkstraf en voorwaardelijke gevangenisstraf van na te melden duur passend en geboden is. De voorwaardelijke straf is bedoeld om de verdachte in de toekomst ervan te weerhouden zich wederom schuldig te maken aan soortgelijke feiten.
De rechtbank zal een werkstraf opleggen van kortere duur dan door de officier van justitie is geëist nu de eerdergenoemde veroordelingen van verdachte van oudere datum zijn en bij het bewezenverklaarde geen sprake is van het uitoefenen van dwang, zoals bijvoorbeeld wel het geval is bij aanranding.
De toepasselijke wetsartikelen
De op te leggen straffen zijn gegrond op de artikelen:
- 9, 14a, 14b, 14c, 22c, 22d, 45 en 247 van het Wetboek van Strafrecht.
Deze voorschriften zijn toegepast, zoals zij golden ten tijde van het bewezenverklaarde.
Beslissing
De rechtbank,
verklaart wettig en overtuigend bewezen, dat verdachte het bij dagvaarding onder primair ten laste gelegde feit heeft begaan en dat het bewezenverklaarde uitmaakt:
poging tot met iemand beneden de leeftijd van zestien jaren buiten echt ontuchtige handelingen plegen;
verklaart het bewezenverklaarde en verdachte deswege strafbaar;
verklaart niet bewezen hetgeen aan verdachte meer of anders is ten laste gelegd dan hierboven is bewezen verklaard en spreekt verdachte daarvan vrij;
veroordeelt verdachte tot:
een werkstraf voor de duur van 100 (honderd) uren;
beveelt, voor het geval dat de veroordeelde de werkstraf niet naar behoren verricht, dat vervangende hechtenis zal worden toegepast voor de tijd van 50 (vijftig) dagen;
veroordeelt verdachte voorts tot:
een gevangenisstraf voor de duur van 3 (drie) maanden;
bepaalt, dat die straf niet zal worden tenuitvoergelegd, zulks onder de algemene voorwaarde, dat de veroordeelde zich voor het einde van de hierbij op 2 jaren vastgestelde proeftijd niet schuldig maakt aan een strafbaar feit.
Dit vonnis is gewezen door
mrs. Van Kooten, voorzitter,
Donker en Lely, rechters,
in tegenwoordigheid van mr. Landman, griffier,
en uitgesproken ter openbare terechtzitting van deze rechtbank van 28 augustus 2009.
Mr. Lely is buiten staat dit vonnis mede te ondertekenen.