ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ6528
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Verzoek om beginseltoestemming tot opneming van een buitenlands kind ter adoptie
In deze zaak gaat het om een verzoek om beginseltoestemming tot de opneming van een buitenlands kind ter adoptie. De Raad voor de Kinderbescherming heeft op 25 maart 2008 een negatief advies uitgebracht, waarin werd geconcludeerd dat de beschermende factoren in het gezin van de eisers niet opwegen tegen de geconstateerde risicofactoren. Eisers, vertegenwoordigd door hun advocaat, hebben een persoonlijkheids- en relatieonderzoek ingebracht, uitgevoerd door psycholoog drs. [C]. Zij zijn van mening dat dit onderzoek aanleiding had moeten geven voor een second opinion, omdat de conclusies van de psycholoog zouden afwijken van die van de Raad.
De rechtbank heeft de zaak behandeld en vastgesteld dat de Raad voor strafrechtstoepassing en jeugdbescherming (RSJ) voldoende heeft gemotiveerd waarom het persoonlijkheids- en relatieonderzoek geen aanleiding geeft om af te wijken van het advies van de Raad. De rechtbank oordeelt dat verweerder, de minister van Justitie, niet verplicht was om een second opinion aan te vragen. De rechtbank heeft de risicofactoren die door de Raad zijn geconstateerd, zoals de impulsiviteit en onzekerheid van eiseres en de geslotenheid van eiser, als zwaarwegend beschouwd.
De rechtbank heeft het beroep van eisers ongegrond verklaard, omdat er onvoldoende aanknopingspunten zijn om een nieuw onderzoek te gelasten. De rechtbank concludeert dat het belang van het te adopteren kind bij plaatsing centraal staat en dat de eisers niet geschikt worden geacht voor de verzorging en opvoeding van een buitenlands kind. De uitspraak is openbaar gedaan op 19 augustus 2009.