ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ5390
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- C.C. Dedel-van Walbeek
- M.C.J.A. Huijgens
- J. Vijlbrief-van der Schaft
- Rechtspraak.nl
Schadeloosstelling voor de onteigening van dijktalud in verband met de verbreding van de Lekdijk
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 17 juni 2009 uitspraak gedaan over de schadeloosstelling voor de onteigening van een gedeelte van een perceel grond in verband met de verbreding van de Lekdijk. Het hoogheemraadschap van Schieland en de Krimpenerwaard was de eiser, terwijl [gedaagde A.] en [gedaagde B.] als gedaagden optraden. De rechtbank heeft de waarde van het onteigende vastgesteld op € 75.645,--, conform het deskundigenadvies. Daarnaast is de totale schadeloosstelling voor de gedaagden vastgesteld op € 78.745,--, inclusief een samengestelde rente van 3,5% per jaar over een bedrag van € 42.645,-- vanaf 29 augustus 2008.
De rechtbank heeft verder geoordeeld dat het hoogheemraadschap verplicht is om bijkomende aanbiedingen te doen, zoals het herstellen van straatwerk en het vestigen van een erfdienstbaarheid van weg. De deskundigen hebben de bijkomende schade begroot op € 3.100,--, wat door de rechtbank is overgenomen. De rechtbank heeft ook de kosten van juridische en deskundigenbijstand vastgesteld op € 9.752,05, die door het hoogheemraadschap moeten worden vergoed.
De rechtbank heeft in haar overwegingen benadrukt dat de deskundigen vrij zijn in hun keuze van waarderingsmethodiek en dat de gekozen methodiek in deze specifieke situatie het meest passend was. De rechtbank heeft de bezwaren van het hoogheemraadschap tegen de waardering van de deskundigen verworpen en de deskundigen gevolgd in hun oordeel. De uitspraak benadrukt het belang van een eerlijke schadeloosstelling voor onteigende partijen, waarbij de waarde van het onteigende en de bijkomende schade zorgvuldig moeten worden vastgesteld.