ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ4814
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Mishandeling van kinderen door vader met alcoholverslaving
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 7 augustus 2009 uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een vader die zijn twee jonge zoontjes heeft mishandeld. De verdachte is beschuldigd van meermalen mishandeling van zijn kinderen, waarbij hij hen onder andere hardhandig tegen hun gezicht sloeg en op hun handen tikte. De mishandelingen vonden plaats enkele maanden na de geboorte van de kinderen, die op dat moment in een zeer kwetsbare leeftijdsfase verkeerden. De rechtbank heeft vastgesteld dat de verdachte zijn oudste zoon zo hard bij zijn armen beetpakte dat deze blauwe plekken opliep, en dat hij zijn jongste zoon in zijn ledikant liet vallen. De rechtbank heeft de ernst van de kindermishandeling benadrukt, aangezien dit niet alleen de lichamelijke integriteit van de kinderen heeft geschonden, maar ook hun psychische welzijn in gevaar heeft gebracht.
De officier van justitie, mr. L.E. van der Leeuw, heeft een taakstraf van 120 uren geëist, met als alternatief 60 dagen vervangende hechtenis, en een voorwaardelijke gevangenisstraf van 3 maanden met een proeftijd van 5 jaren. De rechtbank heeft echter, na het bestuderen van de rapportages van GGZ Reclassering en psycholoog Reytenbagh, besloten dat er geen verplicht reclasseringscontact opgelegd hoeft te worden, omdat de verdachte op vrijwillige basis hulp zocht voor zijn alcoholverslaving en zijn gedrag. De rechtbank oordeelde dat de kans op recidive niet hoog genoeg was om een voorwaardelijke straf op te leggen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank de verdachte veroordeeld tot een taakstraf van 120 uren, met de waarschuwing dat bij niet-naleving vervangende hechtenis van 60 dagen zal worden opgelegd. De rechtbank heeft de verdachte vrijgesproken van andere ten laste gelegde feiten die niet bewezen konden worden. De uitspraak is gedaan in het kader van de artikelen 9, 22c, 22d, 300 en 304 van het Wetboek van Strafrecht, en de rechtbank heeft de ernst van de gepleegde feiten en de omstandigheden waaronder deze zijn begaan in overweging genomen bij het bepalen van de straf.