ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ4529
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Omzetbelasting en recht op vooraftrek bij nieuw gebouwde woning
In deze zaak, uitgesproken op 30 juli 2009 door de Rechtbank 's-Gravenhage, betreft het geschil de vraag of eiser recht heeft op aftrek van omzetbelasting die in 2005 aan hem in rekening is gebracht voor de bouw van zijn woning. Eiser had een verzoek om teruggaaf van omzetbelasting ingediend, maar dit verzoek werd door de inspecteur van de Belastingdienst niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank oordeelde dat het verzoek niet tijdig was ingediend, aangezien eiser niet binnen de gestelde termijn had gereageerd.
Eiser stelde dat een brief van 14 oktober 2005 als een tijdig verzoek om teruggaaf moest worden beschouwd, maar de rechtbank oordeelde dat deze brief niet voldeed aan de vereisten voor een verzoek om teruggaaf. De brief bevatte niet de noodzakelijke informatie, zoals het tijdvak en het bedrag van de teruggevraagde omzetbelasting. De rechtbank concludeerde dat het verzoek om teruggaaf terecht niet-ontvankelijk was verklaard.
Daarnaast werd er door verweerder gesteld dat er geen recht op aftrek bestond, omdat de verhuur van de woning vrijgesteld was van omzetbelasting. Eiser kon echter niet aantonen dat de verhuur aan derden plaatsvond binnen de kaders van de relevante wetgeving. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en zag geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.
Tegen deze uitspraak staat hoger beroep open bij het gerechtshof te 's-Gravenhage, waar partijen binnen zes weken na de verzenddatum van de uitspraak beroep kunnen instellen. De rechtbank heeft vastgesteld dat de feiten in deze zaak duidelijk zijn en dat de argumenten van eiser niet voldoende waren om het verzoek om teruggaaf te onderbouwen.