ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ3462
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- E. Steendijk
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en zicht op uitzetting in het bestuursrecht
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 23 juli 2009 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van vreemdelingenbewaring van eiser, een Ghanese man zonder verblijfstitel en geldig legitimatiebewijs. Eiser was op 1 juli 2009 in bewaring gesteld met het oog op zijn uitzetting, omdat het belang van de openbare orde dit vereiste. Eiser heeft tegen deze maatregel beroep ingesteld, waarbij hij ook schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 16 juli 2009 heeft eiser aangevoerd dat de maatregel onrechtmatig is, omdat hij inmiddels een aanvraag voor een verblijfsvergunning had ingediend en dat er geen reden was om aan te nemen dat hij zich aan zijn uitzetting zou onttrekken. De burgemeester van zijn woonplaats steunde deze stelling, maar de rechtbank oordeelde dat de omstandigheden van de zaak, waaronder het feit dat eiser had geprobeerd te vluchten tijdens zijn staandehouding en niet had gereageerd op eerdere oproepen van de vreemdelingendienst, de maatregel van bewaring rechtvaardigden.
De rechtbank overwoog verder dat de interventiebrief van Tweede Kamerleden aan de staatssecretaris van Justitie niet betekende dat er geen zicht op uitzetting was. De rechtbank concludeerde dat verweerder in redelijkheid had kunnen oordelen dat niet volstaan kon worden met een lichter middel dan bewaring. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. Partijen hebben de mogelijkheid om binnen een week na verzending van de uitspraak hoger beroep in te stellen bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State. De uitspraak is gedaan door mr. E. Steendijk, in aanwezigheid van griffier mr. A. Korporaal-Wisman.