ECLI:NL:RBSGR:2009:BJ3457
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Vreemdelingenbewaring en manipulatie van vingertoppen ter frustratie van identiteit vaststelling
In deze zaak heeft de Rechtbank 's-Gravenhage op 20 juli 2009 uitspraak gedaan in een beroep tegen de maatregel van bewaring van een vreemdeling van Somalië. De eiseres, vertegenwoordigd door haar advocaat mr. U.H. Hansma, had beroep ingesteld tegen de beslissing van de Staatssecretaris van Justitie, die op 30 juni 2009 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59 van de Vreemdelingenwet 2000. De maatregel was gebaseerd op het vermoeden dat eiseres haar identiteit had gefrustreerd door haar vingertoppen te manipuleren, waardoor het nemen van bruikbare vingerafdrukken niet mogelijk was. Eiseres betwistte deze beschuldiging en voerde aan dat haar huidproblemen, veroorzaakt door ziekte, de reden waren dat er geen bruikbare vingerafdrukken konden worden genomen.
De rechtbank overwoog dat het aan eiseres was om bewijs te leveren dat de conclusie van de politie, dat zij haar vingertoppen had gemanipuleerd, onjuist was. De rechtbank oordeelde dat de politie, hoewel geen medische deskundigen, in beginsel van de juistheid van hun proces-verbaal mocht uitgaan. Eiseres had geen medische verklaring overlegd die haar stelling onderbouwde dat haar problemen met de vingertoppen het gevolg waren van ziekte. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring niet in strijd was met de wet en dat de belangenafweging in dit geval gerechtvaardigd was.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak benadrukt de verantwoordelijkheid van de vreemdeling om bewijs te leveren ter ondersteuning van hun claims, vooral in situaties waarin de identiteit en nationaliteit ter discussie staan.