ECLI:NL:RBSGR:2009:BI7730
Rechtbank 's-Gravenhage
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Onrechtmatige vreemdelingenbewaring en schadevergoeding
In deze zaak heeft de rechtbank 's-Gravenhage op 6 mei 2009 uitspraak gedaan in een geschil over de onrechtmatige vreemdelingenbewaring van eiser, een man van Chinese nationaliteit. Eiser was op 3 april 2009 in vreemdelingenbewaring gesteld, maar de rechtbank oordeelde dat deze maatregel vanaf het begin onrechtmatig was, omdat er geen zicht op uitzetting binnen een redelijke termijn bestond. Eiser heeft beroep ingesteld tegen de maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel op 10 april 2009 door de Staatssecretaris van Justitie was opgeheven, maar dat eiser feitelijk nog tot 15 april 2009 in bewaring is gebleven zonder recht of titel. Dit was in strijd met de Vreemdelingenwet 2000 en het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens.
De rechtbank overwoog dat er bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om af te wijken van de gebruikelijke schadevergoeding van € 80,00 per dag. Gezien eerdere uitspraken van het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, oordeelde de rechtbank dat eiser recht had op een schadevergoeding van € 150,00 per dag voor de periode dat hij onterecht in bewaring was gehouden. Dit resulteerde in een totale schadevergoeding van € 750,00. De rechtbank verklaarde het beroep gegrond en veroordeelde de Staatssecretaris in de proceskosten van eiser, die op € 644,00 werden vastgesteld. De uitspraak werd gedaan door mr. R.G.J. Welbergen, fungerend voorzitter, en is openbaar uitgesproken op 6 mei 2009.