4. De rechtbank gaat uit van de volgende feiten.
Eiseres is sedert 1 januari 2003 werkzaam bij het ministerie van Economische Zaken, aanvankelijk bij het Directoraat-Generaal Telecommunicatie en Post, sinds 1 december 2005 bij het Directoraat-Generaal Energie, directie Energiemarkt (EM). Bij beide genoemde DG's was eiseres werkzaam als beleidsmedewerkster in schaal 11 in het functiestramien "ontwikkeling en sturing van beleid" (schaal 11 - schaal 15). In het kader van de vkb over het functioneren van eiseres in 2005 heeft zij aangegeven in aanmerking te willen komen voor een bevordering naar schaal 12. Daarop is de afspraak gemaakt dat dit bij de vkb over 2006 nader zou worden bekeken.
Met ingang van 1 januari 2006 is eiseres geplaatst bij het nieuwe Directoraat-Generaal Energie en Telecom (DGET) in het eerder genoemde functiestramien.
In het individueel werkplan 2006 van eiseres is vastgelegd dat zij op twee onderdelen op schaal 12-niveau zou worden beoordeeld. Eiseres werkte 32 uur per week (0,9 fte). Aan haar werden twee projecten op schaal 12-niveau opgedragen: Aanwijzing elektriciteitsbeurs APX (0,2 fte) en Crisisbeheersing energie en gas (0,2 fte). Eerstgenoemd project heeft eiseres naar tevredenheid behandeld, bij het tweede was sprake van kanttekeningen en ontwikkelpunten. In een op 5 juni 2006 gehouden functioneringsgesprek zijn enkele "nog niet zichtbare of te ontwikkelen punten" benoemd en heeft de heer [D] als conclusie geformuleerd dat eiseres op dat moment nog niet op schaal 12 beoordeeld zou worden, maar net tussen schaal 11 en schaal 12 in zat.
In september 2006 heeft een informele tussentijdse evaluatie plaatsgevonden, waarvan geen verslag beschikbaar is. Bij die gelegenheid heeft de heer [D] kenbaar gemaakt dat hij in het functioneren van eiseres op de ontwikkelpunten verbeteringen had geconstateerd. Over de aanpak van het project Aanwijzing elektriciteitsbeurs APX was hij tevreden, over het project Crisisbeheersing heeft hij zich minder positief uitgelaten; vooral het beleidsstrate- gisch opereren van eiseres behoefde nog verbetering. De ontwikkelrichting van eiseres was goed en, uitgaande van een voortgaand goed functioneren, heeft de heer [D] als zijn verwachting uitgesproken dat een bevordering naar schaal 12 in de rede lag.
In oktober 2006 hebben de referenten [E], [F] en [G] hun ervaringen met eiseres in de haar opgedragen projecten op papier gezet. Daaruit komt een zeer positief beeld met enkele kanttekeningen naar voren.
Op 24 oktober 2006 is de vkb over eiseres opgemaakt, op 11 december 2006 is deze met eiseres besproken.
In november 2006 heeft de jaarlijkse "vlootschouw" bij DGET plaatsgevonden. Bij de daaraan voorafgaande bespreking van voorstellen in het managementteam van EM is besloten eiseres niet voor een bevordering naar schaal 12 voor te dragen.
Met ingang van 1 november 2006 is eiseres op interimbasis een functie bij het ministerie van Justitie gaan vervullen.
Bij besluit van 19 februari 2007 is de vkb 2006 vastgesteld.
Bij besluit van 21 februari 2007 is aan eiseres op basis van de vkb een eenmalige toeslag
van € 1.156,50 bruto toegekend.
5. Artikel 71 van het Algemeen Rijksambtenarenreglement (ARAR) bevat een regeling van het functioneringsgesprek. Mede ter uitvoering van het bepaalde in artikel 71, vijfde lid, van het ARAR heeft verweerder voor zijn ministerie Beleidsregels waarderen en belonen medewerkers EZ vastgesteld (Stcrt. 2000, 116), die op 23 juni 2002 in werking zijn getreden (de Beleidsregels). Ingevolge artikel 1 van de Beleidsregels behoren daartoe de bepalingen van de Nota waarderen en belonen medewerkers EZ (de Nota).
In paragraaf 3.5 van de Nota is een regeling betreffende de verkorte beoordeling opgenomen.
In onderdeel a. van die paragraaf is ten aanzien van aard en doel van de vkb het volgende bepaald:
"De VKB heeft als doel op eenvoudige wijze een zo objectief mogelijk oordeel over het totaalfunctioneren van de medewerker te geven zodat een juist beeld wordt opgebouwd van iemands prestaties en mogelijkheden. De VKB wordt door de leidinggevende mede opgemaakt ter voorbereiding op de te nemen beloningsbeslissing. Het oordeel wordt opgemaakt over de uitvoering van de in de IWA [individuele werkafspraken] vastgelegde opgedragen en feitelijk uitgevoerde werkzaamheden en welke resultaten daarmee bereikt zijn. Een VKB moet een reëel beeld geven van het functioneren. Het oordeel als zodanig mag niet beïnvloed worden door de budgettaire kaders waarbinnen een hoofd van dienst moet blijven als het gaat om belonen.".
In onderdeel h. van die paragraaf is ten aanzien van de status van de vkb het volgende bepaald:
"Een vastgestelde VKB is een besluit waar rechtspositioneel gevolg aan kan worden verbonden. Bij het besluit wordt melding gemaakt van de mogelijkheid tegen het besluit bezwaar te maken."
In september 2006 zijn door het managementteam van DGET zogeheten Rules of Engagement Vlootschouw DGET (RoE) vastgesteld. Daarin zijn procedureregels en criteria opgenomen voor een jaarlijkse "vlootschouw", waarin VKB's en beloningsvoorstellen voor medewerkers van DGET worden besproken en vastgesteld. Het doel daarbij is om, vanuit het perspectief van organisatie- en loopbaanontwikkeling, te komen tot een afstemming van individuele loopbaanontwikkelingen op hetgeen de organisatie daarin (binnen de financiële mogelijkheden) kan bieden. Ter voorbereiding op de jaarlijkse "vlootschouw" vinden voorbesprekingen plaats in de managementteams.
In paragraaf 2 van de RoE is de volgende passage opgenomen:
"Men komt voor een bevordering op grond van loopbaanontwikkeling in aanmerking indien:
- de score van de VKB en het functioneren bestendig bovengemiddeld is
- het opgedragen takenpakket de bevordering rechtvaardigt
- de budgettaire mogelijkheden er zijn
- e.e.a. is op basis van afspraken in [de] vlootschouw."
De RoE zijn op 14 december 2006 met de Onderdeelscommissie besproken. De RoE zijn vervolgens niet gepubliceerd.